Advertenties
Hoofdstuk 2
2.4 Bedrading frequentieregelaar
Te gebruiken randapparatuur
Voeding
<1>
<2>
<3>
<4>
<5>
<6>
<7>
R S T
PD
<8>
INV
P
<9>
R0
RB
N
T0
<10>
U V W
<11>
<12>
<13>
<14>
M
Motor
Opmerkingen:
• De beschrijving van randapparatuur is voor de Hitachi 4-polige 3-fasen-kortsluitankermotor.
• Selecteer stroomonderbrekers met de juiste onderbrekingscapaciteit. (Gebruik stroomonderbrekers die
geschikt zijn voor frequentieregelaars)
• Gebruik aardlekschakelaars (ELB of MCB) om de veiligheid te garanderen.
• Gebruik elektrisch koperdraad (HIV-kabel) met een nominaal toegestane temperatuur van 75 °C of meer.
• Als de voedingskabel langer is dan 20 m, gebruik dan een kabel met een grote doorsnede voor de
voedingskabel.
• Draai elke klemschroef vast met het voorgeschreven aanhaalkoppel.
Losse klemschroeven kunnen kortsluiting en brand veroorzaken.
Aandraaien met een te hoog koppel kan schade veroorzaken aan het klemmenblok of de frequentieregelaar.
• Gebruik bij het kiezen van een nominale stroomgevoeligheid voor een aardlekschakelaar een aparte stroom-
onderbreker en houd rekening met een totale kabellengte tussen de voeding en de frequentieregelaar en de
afstand tussen de motor en de frequentieregelaar. Gebruik geen snel type aardlekschakelaar. Gebruik een
vertraagde aardlekschakelaar omdat het snelle type mogelijk storing veroorzaakt.
• Bij gebruik van een CV-kabel voor bedrading door een metalen geleider, is de gemiddelde lekstroom
30 mA/km.
• Bij gebruik van een kabel met een hoge relatieve diëlektrische constante zoals een IV-kabel, is de lekstroom
ongeveer acht maal zo hoog als bij de standaardkabel. Daarom moet bij een IV-kabel een aardlekschakelaar
ELCB worden gebruikt waarvan de nominale stroomgevoeligheid acht keer zo hoog is als de in onderstaande
tabel gegeven waarde. Als de totale kabellengte meer bedraagt dan 100 m, gebruik dan een CV-kabel.
•Trek na bedrading niet aan de draad. Daardoor kunnen de schroeven losdraaien.
Nr.
Naam
<1>
Elektrische bedrading
<2>
Aardlekschakelaar ELCB of MCCB
<3>
Magneetschakelaar MC
<4>
Spoel aan ingangszijde
(voor onderdrukking harmo-
nischen, voedingsregeling en
verbetering vermogensfactor)
<5>
Ruisfilter voor frequentieregelaar
<6>
Radioruisfilter
(nulfasespoel)
<7>
Radioruisfilter aan ingangszijde
(condensatorfilter)
<8>
Gelijkstroomsmoorspoel
<9>
Remweerstand
<10>
Regeneratieve remeenheid
<11>
Ruisfilter aan uitgangszijde
<12>
Radioruisfilter
(nulfasespoel)
<13>
Spoel aan uitgangszijde
Voor het verminderen van
trillingen en het voorkomen van
storingen in het thermische relais
<14>
LCR-filter
Totale kabellengte
100 m of minder
300 m of minder
Raadpleeg "Aanbevolen kabeldiameters, bedradingsaccessoires en
krimpklemmen" op pagina 2-9.
Gebruik deze spoel om harmonischen te onderdrukken of wanneer de
onbalans van de voedingsspanning 3% of meer bedraagt, wanneer het
vermogen van de voeding 500 kVA of meer bedraagt of wanneer de
voedingsspanning snel kan veranderen. Deze spoel verbetert ook de
vermogensfactor.
Dit ruisfilter vermindert de geleidende ruis die wordt gegenereerd door de
frequentieregelaar en doorgegeven via de bekabeling. Sluit dit ruisfilter op de
primaire zijde (ingangszijde) van de frequentieregelaar aan.
De frequentieregelaar kan tijdens bedrijf radioruis in de voedings- kabels
opwekken. Gebruik dit ruisfilter om de radioruis (uitgestraalde ruis) te
verminderen.
Gebruik dit ruisfilter om de uitgestraalde ruis van de ingangskabels te
verminderen.
Gebruik deze spoel om de door de frequentieregelaar gegenereerde
harmonischen te onderdrukken.
Gebruik deze apparaten om het remkoppel van de frequentieregelaar te
verhogen in situaties waarbij de frequentieregelaar de aangesloten
belasting zeer vaak in- en uitschakelt of de belasting met een hoog
traagheidsmoment vertraagt.
Sluit dit ruisfilter tussen de frequentieregelaar en de motor aan om de
uitgestraalde ruis van kabels te verminderen met als doel de elektro-
magnetische interferentie met radio- en televisieontvangst te beperken en
storingen van meetapparatuur en sensoren te voorkomen.
Gebruik dit ruisfilter om ruis aan de uitgaande zijde van de
frequentieregelaar te verminderen. (Het ruisfilter kan zowel aan de in-
als uitgangszijde worden gebruikt.)
De door de frequentieregelaar aangedreven motor kan sterke trillingen
veroorzaken in vergelijking met een directe startmotor met een
commerciële voeding.
Sluit deze uitgangs-wisselstroomspoel tussen de frequentieregelaar en de
motor aan om het pulseren van de motor te verminderen. Breng deze
uitgangs-wisselstroomspoel ook aan wanneer de lengte van de kabel
tussen frequentieregelaar en motor langer is (10 m of meer) om een defect
aan het thermische relais te voorkomen als gevolg van de harmonischen
die door het schakelen van de frequentieregelaar worden gegenereerd.
NB: het thermische relais kan ook worden vervangen door een
stroomsensor om deze storing te voorkomen.
Sluit dit ruisfilter aan tussen de frequentieregelaar en de motor om de
afgifte van de frequentieregelaar om te zetten naar een sinusvormige
golf en om de trillingen en het geluid van de motor en de door de kabels
uitgestraalde ruis te beperken. Ook piekspanningen kunnen worden
bewaakt.
2-6
Installatie en bedrading
Stroomgevoeligheid (mA)
50
100
Functie
Advertenties
