Advertenties
Hoofdstuk 3
De frequentiebron en de bron voor het startcommando
zijn vereist om de motor aan te drijven.
Frequentiebron 1
3.3 Frequentie instellen vanaf
bedieningspaneel
•
Selecteer [AA101] = 07 Frequentiebron op het
parameterinstelscherm.
•
Frequentie-instelling wijzigen van elke bron
(1) [FA-01] voor frequentie-instelling vanaf
bedieningspaneel of
(2) [Ab110] terminalinput voor multispeedselectie.
bijv.) Voor [FA-01]
Frequentiebron
•
Verander de frequentie-instelling [Ab110] Multispeed-
0 toerental van de eerste motor met behulp van de
pijltjestoetsen omhoog en omlaag.
Parameter
Parameter
Instelling frequentiebron op
[AA101]
bedieningspaneel
[FA-01]*)
Commando hoofdtoerental
[Ab110]*)
Multispeed-0 toerental nr. 1
*) Als [AA101] = 07, zal een verandering aangebracht in
hetzij [FA-01] of [Ab110] automatisch zichtbaar zijn
in de andere. Als geen verandering kan worden
aangebracht of zichtbaar is in [FA-01], is het
bedieningspaneel niet opgegeven als
commandobron door de klemfunctie of [AA101].
U moet de frequentiewaarde instellen op een
andere waarde dan 0,00.
Bediening en voorbeelden van I/O-aanpassingen
Instelge-
Details
gevens
07
0,00 Hz
0,00 Hz
Startcommando bron 1
3.4 Starten vanaf het bedieningspaneel
•
Selecteer [AA111] = 02 op het parameterinstelscherm
om te starten (RUN) vanaf het bedieningspaneel.
Toets RUN (starten)
Start-/stopcommando
Druk op de toetsen RUN en STOP op het bedienings-
paneel om de frequentieregelaar respectievelijk te
starten en te stoppen.
Parameter
Parameter
Start door op de toets RUN
[AA111]
op het bedieningspaneel
te drukken.
3-2
Toets STOP (stoppen)
Instelge-
Details
gevens
02
Advertenties
