Afb. Bedieningspaneel
3. Noodstop
31
Afbeelding. Instrumentenpaneel
1. Startschakelaar
2. Toerentalregelaar
9. Instrumentenafdekking
22. Paneel voor waarschuwingslampjes
31. Parkeerrem
46
Noodstop activeren in een noodsituatie
Er bevindt zich een rem in elke walsmotor, die tijdens
het rijden als reserverem fungeert.
3
Duw na het remmen de vooruit-/achteruithendel terug
in de neutrale positie en trek de noodremknop
omhoog. Herstart de motor.
Uitschakelen
22
Zet de toerentalregelaar (2) weer in de stand
stationair. Laat de motor een paar minuten stationair
draaien om af te koelen.
9
Activeer de parkeerrem (31).
1
2
Controleer de instrumenten en waarschuwingslampjes
om te zien of er storingen worden aangegeven.
Schakel alle lichten en elektrische functies uit.
Draai de startschakelaar (1) naar links in de uit-positie.
Klap na de werkzaamheden de instrumentenafdekking
(9) omlaag en vergrendel deze.
4812160814_G.pdf
Druk om in een noodsituatie te remmen de
Druk om in een noodsituatie te remmen de
noodstop (3) in, houd het stuur stevig vast en
noodstop (3) in, houd het stuur stevig vast en
wees voorbereid op bruusk stoppen. De
wees voorbereid op bruusk stoppen. De
dieselmotor stopt.
dieselmotor stopt.
Bediening
2020-10-27