Pagina 4
Transport ..................1 Veiligheidsvoorschriften voor het transport ..........1 Gedemonteerde balk verladen ..............2 Verladen met een kraan ................2 Verladen met een vorkheftruck ..............2 Bediening .................1 Veiligheidsvoorschriften ................1 Bediening van de balk ................9 Balk uit-/inschuiven ..................9 Stabilisatie-elementen instellen - conventionele uitvoering ......10 Stamper instellen .................10 Vibratie instellen ...................10 Bediening van de gasverwarmingsinstallatie met vlambewaking .....11 Gasstroomschema ...................11...
Pagina 5
Instellen en ombouwen ............1 Veiligheidsvoorschriften ................1 Balk monteren op de machine ..............2 Zijplaten monteren ..................3 Zijplaten - hoogte en hoek instellen ............4 Niveausensoren monteren ................. 5 Wegdekprofiel instellen ................6 Elektrische aansluitingen ................7 Elektrische aansluiting balk - machine ............7 Elektrische aansluitingen zijplaat - balk .............
Pagina 6
Kenmerking van hydraulische slangleidingen / opslag- en gebruiksduur ..................21 Elektrische verwarming ................22 Isolatiebewaking controleren ..............22 Gasinstallatie ....................23 Bougies controleren / vervangen ..............24 Instelling van de ontstekingsbrander ............25 Injectoren van de gasverwarmings-installatie ..........25 Algemene visuele controle ...............26 Schroeven en moeren controleren op stevige bevestiging ......26 Controle door een deskundige ..............27 Smeermiddelen ..................28 13.1...
V Voorwoord Originele gebruiksaanwijzing. Voor een veilig gebruik van de machine is informatie nodig die in deze gebruiksaan- wijzing wordt gegeven. De informatie is kort en overzichtelijk weergegeven. De hoofdstukken zijn op letter gerangschikt. Elk hoofstuk begint met pagina 1. De pagi- na-aanduiding bestaat uit een letter die het hoofdstuk aangeeft en een paginanum- mer.
Veiligheidsvoorschriften algemeen Wetten, richtlijnen, ongevalpreventievoorschriften De plaatselijk geldende wetten, richtlijnen en ongevalpreventievoorschriften moeten in acht worden genomen, ook als ze hier niet uitdrukkelijk worden genoemd. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de daaruit resulterende voorschriften en maatregelen! De volgende waarschuwingen, verbods- en gebodsbordjes wijzen op gevaren voor personen, machine en milieu door restrisico's bij het gebruik van de machine.
Veiligheidstekens, signaalwoorden De signaalwoorden "Gevaar", "Waarschuwing", "Voorzichtig", "Opmerking" in veilig- heidsaanwijzingen staan in een gekleurd titelveld. Deze volgen een bepaalde hiërar- chie en geven in combinatie met het waarschuwingssymbool de ernst van het gevaar resp. het soort opmerking aan. "Gevaar" ! GEVAAR Gevaar van verwonding van personen.
Waarschuwingen Waarschuwing voor een gevaarlijk punt of een risico! Veronachtzaming van de waarschuwingen kan levensgevaarlijke verwondingen tot gevolg hebben! Waarschuwing voor intrekgevaar! In dit werkgebied / bij deze elementen bestaat er intrekgevaar door draaiende of transporterende elementen! Werkzaamheden uitsluitend uitvoeren wanneer de elementen zijn uitgeschakeld! Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning! Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de elektrische in-...
Pagina 11
Waarschuwing voor valgevaar! Waarschuwing voor gevaren van accu's! Waarschuwing voor irriterende stoffen of stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid! Waarschuwing voor brandgevaarlijke stoffen! Waarschuwing voor gasflessen!
Verbodsbordjes Openen / betreden / ingrijpen / uitvoeren / instellen is verboden tij- dens het bedrijf of terwijl de aandrijfmotor loopt! Motor/aandrijving niet starten! Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend wor- den uitgevoerd wanneer de dieselmotor stilstaat! Besproeien met water is verboden! Blussen met water is verboden! Zelfstandig onderhoud is verboden! Onderhoud uitsluitend toegestaan door een gekwalificeerde vak-...
Veiligheidsuitrusting Het dragen van diverse beschermingsmiddelen kan verplicht zijn door de geldende lokale voorschriften! Neem deze voorschriften in acht! Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen! Draag een geschikte hoofdbescherming! Draag een geschikte gehoorbescherming om uw gehoor te be- schermen! Draag geschikte veiligheidshandschoenen om uw handen te beschermen!
Milieubescherming De plaatselijk geldende wetten, richtlijnen en voorschriften voor een correct gebruik en verwijdering van afval moeten in acht worden genomen, ook als ze hier niet uit- drukkelijk worden genoemd. Bij reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen stoffen die gevaar- lijk zijn voor het water, zoals: - smeermiddelen (olie, vet) - hydraulische olie - diesel...
Overige aanwijzingen De documenten van de fabrikant en de aanvullende documentatie in acht nemen! Bijv. de onderhoudshandleiding van de motorfabrikant Van toepassing zijnde beschrijving / weergave bij de uitrusting met gasverwarming! Van toepassing zijnde beschrijving / weergave bij de uitrusting met elektrische verwarming! t Aanduiding van standaarduitrusting.
CE-markering en conformiteitsverklaring (Geldt voor machines die in de EU/EEG op de markt worden gebracht) Deze machine beschikt over een CE-markering. Deze markering bevestigt dat deze machine voldoet aan de fundamentele gezondheids- en veiligheidsvereisten van ma- chinerichtlijn 2006/42/EG en aan alle andere geldende voorschriften. Bij de machine wordt een conformiteitsverklaring geleverd waarin zowel de geldende voorschriften en aanvullingen als de geharmoniseerde normen en andere geldende bepalingen ge- specificeerd zijn.
Restrisico’s Dit zijn risico’s die blijven bestaan, ook na het treffen van alle mogelijk veiligheids- maatregelen die helpen om de gevaren (risico’s) te minimaliseren of de waarschijn- lijkheid van hun optreden en hun draagwijdte tot vrijwel nul te reduceren. Restrisico's in de vorm van - levensgevaar of verwondingsgevaar voor personen bij de machine - gevaren voor het milieu door de machine - materiële schade aan de machine en verminderde prestaties en werking van...
Redelijkerwijs voorzienbare onjuiste gebruikswijzen Elke redelijkerwijs voorzienbare onjuiste gebruikswijze van de machine geldt als mis- bruik. Bij een onjuiste gebruikswijze vervalt de garantie van de fabrikant; de exploitant draagt alle verantwoordelijkheid. Redelijkerwijs voorzienbare onjuiste gebruikswijzen van de machine zijn: - oponthoud in de gevarenzone van de machine - transporteren van personen - verlaten van het bedieningsbordes terwijl de machine in bedrijf is - verwijderen van beschermingen of veiligheidsvoorzieningen...
A Gebruik volgens het bestemde doel De Dynapac “Richtlijn voor het gebruik van asfaltafwerkmachines volgens het be- stemde doel en volgens de voorschriften” wordt meegeleverd bij deze machine. De richtlijn is onderdeel van deze gebruiksaanwijzing en dient beslist opgevolgd te wor- den.
B Beschrijving van de balk Toepassing De Dynapac-inbouwbalk V2400TV-(E) wordt gebruikt in combinatie met een asfaltaf- werkmachine: De balk wordt gebruikt voor het in lagen inbouwen van: - asfaltmengsel, - wals- en mager beton, - spoorwegballast, - niet-gebonden mineraalmengsels voor bestratingen De hydraulisch uitschuifbare balk is geschikt voor het inbouwen op variabele werk- breedten.
Modules Stamp- en vibratie-elementen: De in het midden nauw tegen elkaar lopende stam- permessen voorkomen de vorming van een middennaad. Door de vibratie kan de compressie en de structuur nog worden verbeterd. Stamper en vibratie kunnen onafhankelijk van elkaar worden ingeschakeld; het toe- rental is regelbaar.
Pagina 23
Balkverwarming: Optioneel zijn twee verschillende verwarmingssystemen beschikbaar: Gasverwarming: Een praktische constructie en probleemloze hantering zijn de voor- delen van de propaangas-vlambandverwarming. De elektronische temperatuur- en vlambewaking waarborgen korte opwarmtijden en constante temperaturen. Isolatielagen boven de bodemplaten en luchttoevoer naar de stampermessen en zijplaten zorgen voor een efficiënt gebruik van de warmte.
Veiligheid De veiligheidsvoorzieningen van de machine en de balk zijn beschreven in hoofdstuk B van de gebruiksaanwijzing van de machine. Overige gevaren van de balk Beknellingsgevaar! Bij alle bewegende delen van de balk bestaat er gevaar door beknellen, klemmen en scheren. Blijf uit de buurt van deze onderdelen! Intrekgevaar! Bij alle draaiende of circulerende onderdelen van de balk bestaat er...
Pagina 25
risico van brandwonden! Door de verwarming van de balk bestaat er gevaar van hete opper- vlakken, vooral bij de bodemplaten en de zijplaten. Blijf uit de buurt van deze onderdelen! Of draag veiligheidshand- schoenen! - Draag altijd de vereiste veiligheidskleding! Bij ontbrekende of slordig gebruikte veiligheidskleding kunnen gezondheidsrisico’s ontstaan.
Gasverwarmingsinstallatie V2400TV Brandstof (vloeibaar gas) propaangas Brandertype vlambandbrander Verwarmingsregeling elektrische ontsteking, vlambewa- (schakelkast op de balk) king, temperatuurbewaking Gasflessen (op de balk) 1 stuks - inhoud per fles 27,2 l - brutogewicht per fles 21,8 kg Werkdruk (achter de drukregelaar) ca.
Aanduidingsplaatjes en typeplaatjes Gevaar door ontbrekende of verkeerd begrepen VOORZICHTIG bordjes op de machine Door ontbrekende of verkeerd begrepen bordjes op de machine bestaat er verwondingsgevaar! - Verwijder geen waarschuwings- of aanwijzingsbordjes van de machine. - Beschadigde of kwijtgeraakte waarschuwings- en aan- wijzingsbordjes moeten direct worden vervangen.
.Waarschuwingsborden Nr. Pictogram Betekenis - Waarschuwing - beknellingsgevaar! Knelpunt kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben! Blijf op een veilige afstand van de gevarenzone! - Waarschuwing - heet oppervlak - risico van brandwonden! Hete oppervlakken kunnen ernstig letsel tot gevolg hebben! Houd uw handen op een veilige afstand van de gevarenzone! Gebruik veilig-...
Gebodstekens, verbodstekens, waarschuwingstekens Nr. Pictogram Betekenis - Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning! Met dit symbool gemarkeerde componenten mo- gen uitsluitend worden geopend, gecontroleerd en vervangen door een elektromonteur. - Betreden van het oppervlak verboden! B 12...
Overige waarschuwings- en bedieningsaanwijzingen Nr. Pictogram Betekenis - Attentie! Bedieningsaanwijzingen hoogte- instelling - uitschuifdelen! Draairichting van de verstelspil in acht nemen! Neem de aanwijzingen in de gebruiksaan- wijzing in acht. - Attentie! Gevaar door gevaarlijke elektrische span- ning. Het machinepersoneel moet dage- lijks voor ingebruikneming van de machine de isolatiebewaking controleren! Veronachtzaming van de dagelijkse rou-...
C Transport Veiligheidsvoorschriften voor het transport Bij ondeskundige voorbereiding van de machine en de balk en bij ondeskundig trans- port bestaat er ongevalgevaar! Balk tot de basisbreedte inschuiven en alle eventueel gemonteerde aanbouwdelen demonteren. Alle losse en uitstekende delen (zijplaten, hoekbedieningen enz.) demonteren. Bij transporten met speciale vergunning deze onderdelen borgen! Alle onderdelen die niet vast zijn verbonden met de balk opbergen in de daartoe be- stemde kisten.
Gedemonteerde balk verladen Voor het verladen en transporteren van de aan de machine aangebouwde balk, zie de gebruiksaanwijzing van de machine. De balk moet zijn ingeschoven tot de basisbreedte. Uitstekende of losse onderdelen moeten zijn gedemonteerd; hydraulische en elektrische aansluitingen moeten zijn verwijderd.
D Bediening Veiligheidsvoorschriften Bij ondeskundige bediening van balk of balkverwarming kunnen personen in gevaar worden gebracht. - Ervoor zorgen dat alle beveiligingen en afdekkingen zijn aangebracht en goed zijn bevestigd! - Geconstateerde schade onmiddellijk verhelpen! Machines met gebreken mogen niet worden gebruikt! - Tijdens het werk altijd controleren of er niemand in gevaar is! - Geen personen laten meerijden op de balk!
Pagina 40
GEVAAR Gevaar door ondeskundige bediening Ondeskundige bediening van de machines kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben! - De machine mag alleen worden gebruikt voor het bestemde doel. - De machine mag alleen door geïnstrueerd personeel worden bediend. - De machinebestuurders moeten zich vertrouwd hebben gemaakt met de inhoud van de gebruiksaanwijzing.
Pagina 41
Beknellingsgevaar door bewegende machinedelen WAARSCHUWING Bewegende machinedelen kunnen ernstig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Oponthoud in de gevarenzone is tijdens het gebruik verboden! - Niet in de gevarenzone grijpen. - Waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op de machine in acht nemen. - Neem ook de andere aanwijzingen in deze handleiding en in het veiligheidshandboek in acht.
Pagina 42
Gevaar door gasinstallatie WAARSCHUWING Ondeskundig uitgevoerde bediening en onderhoud van de gasinstallatie kan ernstig letsel en zelfs de dood ver- oorzaken! - Volle en lege gasflessen altijd met afschermkappen transporteren om de fleskleppen te beschermen. - De gasflessen op de asfaltafwerkmachine met de bevesti- gingsriemen beveiligen tegen draaien, kantelen en vallen.
Pagina 43
GEVAAR Gevaar door brandbare en explosieve gassen Brandbare en explosieve gassen kunnen ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben! - De balkverwarming werkt op propaangas. Propaangassen zijn extreem brandbaar! Het vrijkomen van deze gassen betekent een groot risico op brand en explosie. - Propaangas verzamelt zich op de bodem omdat het zwaarder is dan lucht.
Pagina 44
GEVAAR Gevaar door propaangas Brandbaar en explosief propaangas kan tot ernstig letsel en zelfs de dood leiden! - Propaangassen zijn extreem brandbaar! Het vrijkomen van deze gassen betekent een groot risico op brand en explosie. - Het inademen van het gas kan hoofdpijn, zwakte, ver- wardheid, misselijkheid en duizeligheid veroorzaken.
Pagina 45
Eerstehulpinstructies bij contact met gas OPMERKING Neem de volgende eerstehulpinstructies in acht bij verwon- dingen veroorzaakt door propaangas: Algemeen - Strakke kleding van de getroffen persoon losmaken. De persoon warm en rustig houden. Bij bewusteloosheid de persoon in een stabiele houding leggen en onmiddel- lijk medische hulp inroepen.
Pagina 46
Gevaar door elektrische schok VOORZICHTIG Direct of indirect contact met spanningvoerende onderde- len kan letsel veroorzaken! - Verwijder geen beschermende ommantelingen. - Elektrische en elektronische onderdelen nooit afspoelen met water. - Instandhoudingswerkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geschoold vakpersoneel.
Bediening van de balk Voor algemene functies van machine en balk die niet specifiek deze balk betreffen, zie de gebruiksaanwijzing van de machine. Balk uit-/inschuiven Ga als volgt te werk om de hydraulisch instelbare uitschuifdelen uit en in te schuiven: - Schakelaar (1) op de afstandsbedie- ningen rechts en links op de balk be- dienen.
2.2 Stabilisatie-elementen instellen - conventionele uitvoering Stamper instellen De stamperfunctie wordt in- en uitgeschakeld met schakelaar (4) op het bedienings- paneel van de machine (zie de gebruiksaanwijzing van de machine). De stamperfrequentie (aantal slagen per minuut) wordt ingesteld met de draairege- laar (5).
Bediening van de gasverwarmingsinstallatie met vlambewaking Gasstroomschema Pos. Omschrijving Gasfles Fleskleppen Drukregelaar met manometer Slangbreukbeveiligingen Slangverbindingen Snelsluitklep Gasfilter Magneetkleppen Vlambandbrander Slangkoppelingen voor aanbouwdelen D 11...
Algemene opmerkingen over de gasverwarmingsinstallatie De verwarming van de balk werkt op propaangas (vloeibaar gas). De gasfles staat op de machine. De verwarming is voorzien van een elektronische vlam- en temperatuurbewaking. De bougie van de brander dient tegelijkertijd als vlambewaking. Bij de temperatuurbewaking is de temperatuursensor op de glijplaat bevestigd, de ontstekingsdoos bevindt zich eveneens op de balk.
Controle van de aansluiting en de dichtheid Het gasleidingssysteem van de basis- balk en de uitschuifdelen is vast gemon- teerd. Gasfles aansluiten: - De afschermkap van de flesklep ver- wijderen. - Controleren of de snelsluitklep (21) gesloten is. - Controleren of de flesklep (22) goed is dichtgedraaid.
De verwarming in gebruik nemen en controleren De gasverwarmingsinstallatie wordt ge- voed door een gasfles. - Controleren of de accuhoofdschake- laar is ingeschakeld. - Flesklep (21) openen. Door indrukken van de slangbreukze- kering (20) de veiligheidsklep deblok- keren. - De snelsluitklep (21) openen. Om een storingvrije ontstekings- en op- warmfase te garanderen, moet de vol- gende volgorde worden aangehouden:...
Gasfles vervangen - Controleren of de snelsluitklep (21) en de flesklep (22) zijn gesloten. - Gasslang afschroeven. - Afschermkap van de flesklep op de gasfles plaatsen. - Drukregelaar op de houder schroeven. Volle en niet geheel lege gasflessen staan onder druk. Daarom moet men ervoor zorgen dat gasflessen met verwijderde klepaf- schermkappen niet worden blootgesteld...
Vlambewaking De elektronica bewaakt de werking van de gasverwarming door middel van tempera- tuursensoren en vlambewaking. Als de ontstekingsbrander binnen 7 seconden na het inschakelen geen stabiele vlam heeft, schakelt de elektronica op storing. De gastoevoer wordt onderbroken en de controlelampjes gaan branden. Pos.
Pagina 55
Bij een storing tijdens de inschakelfase kan de startprocedure maximaal driemaal worden herhaald. Als er na drie keer starten nog steeds een storing optreedt, moet de oorzaak van de storing worden verholpen voordat er opnieuw een startpoging wordt gedaan. Elk balkdeel beschikt over een elektronische vlambewaking (5). Bij een correct vlambeeld wordt de balk opgewarmd tot de temperatuursensor het op- warmen onderbreekt.
De verwarming in gebruik nemen en controleren - Aan-/Uit-schakelaar (5) op de schakelstand "verwarmingsmodus" zetten, hierdoor - worden de elektromagnetische afsluitkleppen van de gastoevoer naar de bran- ders geopend; - wordt het elektronische ontstekingssysteem geactiveerd en wordt het gas auto- matisch ontstoken d.m.v.
Verwarming uitzetten Na afloop van het werk en indien de verwarming niet nodig is: - Aan-/Uit-schakelaar (5) op de schakelstand "O" zetten. - De snelsluitklep en de flesklep sluiten. Als deze kleppen niet worden gesloten, bestaat er door evt. wegstromend onver- brand gas brand- en explosiegevaar! Tijdens werkpauzes en na afloop van het werk de kleppen sluiten! D 19...
Bediening van de elektrische verwarming Algemene informatie over de verwarmingsinstallatie De elektrische verwarmingsinstallatie wordt gevoed door een generator aan boord van de machine; de generator wordt volautomatisch geregeld afhankelijk van de behoefte. Verwarmingsweerstanden in de vorm van verwarmingselementen zorgen voor een directe temperatuurverandering en een gelijkmatige warmteverdeling.
Isolatiebewaking Dagelijks moet voor het begin van het werk worden gecontroleerd of de isolatiebewa- king goed werkt. Bij deze test wordt alleen de werking van de isolatiebewaking gecontroleerd, en niet of er isolatiefout bestaat in de verwarmingssecties of in de verbruikers. - Aandrijfmotor van de machine starten.
De verwarming in gebruik nemen en controleren Om de benodigde temperatuur te bereiken, moet de verwarming worden ingescha- keld ca. 15 - 20 minuten voordat men begint met inbouwen. - Aandrijfmotor van de machine starten. - AAN / UIT-schakelaar (1) van de verwarmingsinstallatie inschakelen. Het controlelampje (2) geeft aan dat de generator werkt.
Temperatuurstand instellen - De temperatuurindicatie en -instelling voor de balkverwarming vinden plaats op het besturingsapparaat van het be- dieningspaneel van de machine. De temperatuur moet afgestemd zijn op het inbouwmateriaal en de inbouwsituatie. Eventueel de temperatuur corrigeren tij- dens het inbouwen. Verwarming uitzetten Na afloop van het werk en indien de verwarming niet nodig is: - AAN / UIT-schakelaar (1) van de verwarmingsinstallatie uitschakelen.
Storingen Problemen bij het inbouwen Probleem Oorzaak - Mengseltemperatuur is veranderd, ontmenging - Onjuiste mengselsamenstelling - Onjuiste bediening van de wals - Onjuist geprepareerde onderbouw - Lange stilstandtijden tussen ladingen - Ongeschikte referentielijn niveausensor - Niveausensor springt op referentielijn Golvend - Niveausensor wisselt tussen Omhoog en Omlaag oppervlak (te hoge traagheidsinstelling)
Pagina 63
Probleem Oorzaak - Te lage mengseltemperatuur - Mengseltemperatuur gewijzigd - Vocht op de onderbouw - Ontmenging Scheuren in het wegdek - Onjuiste mengselsamenstelling (volle breedte) - Onjuiste inbouwhoogte voor max. korrelgrootte - Balk is koud - Bodemplaten van de balk versleten of vervormd - Te hoge machinesnelheid - Temperatuur van het mengsel Scheuren...
Pagina 64
Probleem Oorzaak - Temperatuur van het mengsel - Mengseltemperatuur gewijzigd - Onjuiste inbouwhoogte voor maximale korrelgrootte Balk reageert on- - Niveausensor onjuist aangebracht verwacht op cor- - Vibratie te langzaam rectiemaatregelen - Balk werkt niet in de drijfstand - Teveel speling in de mechanische balkverbinding - Te hoge machinesnelheid D 26...
Storingen van de balk Storing Oorzaak Oplossing Stamper geblokkeerd door Balk goed verwarmen koud bitumen Te weinig hydraulische olie Olie bijvullen in de tank Klep vervangen, evt. repare- Overdrukklep defect ren en instellen Stamper of vibra- tie loopt niet Aansluitingen afdichten of vervangen Aanzuigleiding van de pomp ondicht...
E Instellen en ombouwen Veiligheidsvoorschriften Door onbedoelde inwerkingstelling van de machine kunnen personen die aan de balk werken gevaar lopen. De werkzaamheden altijd bij stilstaande machinemotor uitvoeren, tenzij anders is aangegeven! Ervoor zorgen dat de machine is beveiligd tegen inwerkingstelling. De omhoog gezette balk kan omlaag bewegen wanneer de mechanische balktrans- portborging op de machine niet is aangebracht.
Balk monteren op de machine - Balk neerleggen op een geschikte on- dergrond (bijv. kanthouten) en de ma- chine achteruit naar de balk rijden. - De draagbalk neerlaten en zodanig po- sitioneren dat de draagbalkbouten (1) in de bijbehorende lagerboringen (2) van de balk kunnen worden geplaatst.
Zijplaten monteren De zijplaten worden pas gemonteerd wanneer alle andere aanbouwwerkzaamheden en afstellingen van de balk zijn uitgevoerd. - De zijplaten met de daartoe bestemde montagedelen (1) bevestigen aan de balk. - Voorste houder (2) met de borgpen (3) vastzetten in de bovenste positie. - Onderste deel van de zijplaat (4) aan zijn haak (5) in de ketting (6) van het bovenste deel hangen.
Zijplaten - hoogte en hoek instellen Met behulp van de kruk (1) kunnen de hoogte en de hoek van de zijplaat wor- den ingesteld. - Knop (2) in bovenste positie: hoek wijzigen. - Knop (2) in onderste positie: hoogte wijzigen.
Niveausensoren monteren De tastarm op de gewenste machinezij- de monteren. - Houder (1) op de desbetreffende pen (2) van de zijplaat aanbrengen en monteren met bout (3) en schijf- veren (4). - De bout (3) zo ver aandraaien dat de tastarm nog slechts met moeite kan bewegen.
Wegdekprofiel instellen De balk beschikt over een spil die ver- steld kan worden om het gewenste weg- dekprofiel bij te stellen. - De ratel (1) bedienen tot het gewenste wegdekprofiel is ingesteld. - Ingestelde hoek controleren op de schaal (2). - Eventueel de verstelrichting wijzigen met behulp van de meeneembout (3).
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluiting balk - machine De aansluitkabel van de balk moet door de achterzijde van de machine worden geleid. De kabel wordt rechtstreeks op de aansluitdoos van de machine aangesloten. Elektrische aansluitingen zijplaat - balk...
Pagina 74
Na montage en instelling van de mechanische modules moeten de volgende elektri- sche aansluitingen voorbereid of aangelegd worden: - Aan beide zijden van de balk de stekker (1) van de afstandsbediening aansluiten op het stopcontact (2) van de basisbalk. Als de afstandsbediening niet is aangesloten of de zijplaat gedemonteerd is, moet de brugstekker (3) op het stopcontact (2) worden geplaatst.
Uitschuifdelen instellen Om een streeploze inbouw met de balk mogelijk te maken en om de uitschuifdelen ook tijdens het werk op de verschillende omstandigheden te kunnen instellen, zijn de hoogte en de hoek van de uitschuifdelen verstelbaar. Hoek van de uitschuifdelen instellen De hoek van de uitschuifdelen is in de fabriek ingesteld.
Pagina 77
Na het instelwerk aan de uitschuifdelen van de balk moet men er beslist voor zor- gen dat er tussen zijkantafdichting (1), af- sluithoek (2) en stamperleischutplaat (3) een spleet van ca. 4–5 mm aanwezig is. Als dit niet het geval is, kan het inschui- ven van de balk tot een botsing en be- schadiging van onderdelen leiden.
Hoogte van de uitschuifdelen instellen Als de uitschuifdelen van de balk nog niet streeploos werken, kan dit tijdens het inbouwen worden gecorrigeerd. Op elk uitschuifdeel bevinden zich twee spillen waarmee de hoek van de uit- schuifdelen ten opzichte van de basis- balk kan worden gewijzigd.
Pagina 80
Bij het uitrusten van de machine moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: - Aanbouwdelen naast de balk op kanthouten zetten. - Verf en vuil verwijderen van de contactvlakken aanbouwdeel-balkuitschuifdeel. - Balk omhoog zetten en uitschuiven. - Op het aanbouwdeel de koppeling van de stamper (1) naar binnen drukken. - Bovendeel van de leischutplaat (2) opklappen door de sluiting (3) los te maken.
Gasaansluiting van de balkverwarming Gasverwarming van de aanbouwdelen (o) aansluiten Nadat er aanbouwdelen zijn gemonteerd, moeten de desbetreffende verbindings- slangen voor de branders van de aanbouwdelen worden verbonden met het lei- dingsysteem van de balk. - Alle slangen moeten voor gebruik worden gecontroleerd op uitwendige zichtbare schade;...
Elektrische aansluitingen van de balkverwarming Elektrische verwarming van de aanbouwdelen / verwarmbare zijplaten (o) aansluiten Nadat er aanbouwdelen of verwarmbare zijplaten zijn gemonteerd, moeten de desbetreffende elektrische aansluitin- gen van de balkverwarming op elkaar worden aangesloten. In elk balkdeel bevindt zich een verde- lerdoos (1) met de interne bedrading van de elektroverwarming.
Hoogte van de aanbouwdelen instellen Om een streeploze inbouw met de balk mogelijk te maken en om de aanbouwdelen ook tijdens het werk op de verschillende omstandigheden te kunnen instellen, zijn de aanbouwdelen van de balk in de hoogte verstelbaar: - Snelverbinders (1) losmaken (4 stuks).
Instellingen Stamperhoogte instellen Controleer de instelling van de stamper telkens voordat u met inbouwen begint. De stampermessen (A) moeten op het onderste dode punt gelijk staan met de schuine kant van de glijplaten (B). Als een correctie nodig is, gaat u als volgt te werk: Telkens twee instelpunten per balkdeel! E 18...
Pagina 85
Stamper lager zetten: - Bevestigingsschroeven (1) van de stamperlagerstoelen losdraaien. - Moeren (2) afwisselend linksom draaien tot de stamper de gewenste hoogte heeft. - Contramoeren (3) vastdraaien. - Bevestigingsschroeven (1) van de stamperlagerstoelen vastdraaien. Stamper hoger zetten: - Bevestigingsschroeven (1) van de stamperlagerstoelen losdraaien. - Contramoeren (3) losdraaien - Moeren (2) afwisselend rechtsom draaien tot de stamper de gewenste hoogte heeft.
Stamperleischutplaat instellen Controleer de instelling van de stamper telkens voordat u met inbouwen begint. Het stampermes (1) moet tegen de mes- scheen ((2), op de balk) liggen. Tussen de stamperleischutplaat (3) en het stampermes (1) moet over de gehele breedte een speling (a) van 0,5 mm zijn. Als een correctie nodig is, gaat u als volgt te werk: Telkens twee instelpunten per balkdeel!
Pagina 87
Stamperleischutplaat instellen: - Als een nieuw instelling nodig is, de moeren (4) losdraaien, - de speling instellen door de justeerschroef (5) te draaien: - indraaien: afstand vergroten - uitdraaien: afstand verkleinen - De moer (4) vastdraaien. - De speling controleren, eventueel opnieuw instellen. E 21...
Glijplaten instellen Deze instelling is alleen bij vervanging van de glijplaten nodig. Tussen het stampermes (1) en de glijplaat (2) moet bij de nieuwe installatie over de gehele breedte een speling (a) van 2,0 - 2,5 mm zijn. E 22...
Inbouwhandleiding reduceerschoen De reduceerschoen maakt kleinere inbouwbreedtes mogelijk. Bij gebruik van de reduceerschoen mag de worm niet worden ingeschakeld! - De voor de verkleining van de inbouwbreedte bedoelde reduceerschoen (1) moet worden uitgerust met de desbetreffende instelschoen (2) voor de laagdikte. - Deze instelschoenen (2) worden in de opname van de reduceerschoen geplaatst.
Pagina 90
- Om de reduceerschoen (1) te kunnen gebruiken, moet de worm op de hoogste stand staan. - Plaats de reduceerschoen aan de zijkant van de asfaltafwerkmachine. - Schuif de reduceerschoen tussen de stamperleiplaat en de achterzijde van de machine. - De reduceerschoen moet daarbij tegen de stamperleiplaat liggen! - Laat nu de balk op de reduceerschoen zakken.
Pagina 91
- Daarna de zijplaat aanbrengen. Let op of er niemand in de gevarenzone is! - Zijplaat m.b.v. de kruk en hydraulica afstellen ten opzichte van het bevestigingsgat. - Bevestig de reduceerschoen met bout, schijfje en moer (3,4,5) op de zijplaat. E 25...
Pagina 92
- Ten slotte de balk omhoog zetten en een visuele controle uitvoeren. Controleren of de instelschoen (2) tegen de bodemplaat ligt. Let op of er niemand in de gevarenzone is! Collisiegevaar! Bij de instelwerkzaamheden mag de balk met aangebrachte redu- ceerschoen niet meer dan 55 mm (afstand bodem - onderkant bodemplaat balk) omhoog worden gezet! Bij gebruik van de reduceerschoen mag de worm niet worden ingeschakeld!
F Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud GEVAAR Gevaar door onjuist machineonderhoud Ondeskundig uitgevoerde onderhouds- en reparatiewerk- zaamheden kunnen ernstig letsel en zelfs de dood veroor- zaken! - Laat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uitvoeren door geschoold vakpersoneel. - Alle onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamhe- den uitsluitend uitvoeren bij uitgeschakelde motor.
Pagina 94
Hete oppervlakken! VOORZICHTIG Oppervlakken, ook achter ommantelingen, evenals ver- brandingsgassen van de motor en de balkverwarming, kunnen zeer heet zijn en letsel veroorzaken! - Draag uw persoonlijke veiligheidsuitrusting. - Raak geen hete machinedelen aan. - Onderhouds- en instandhoudingsmaatregelen uitslui- tend uitvoeren bij afgekoelde machine. - Neem ook de andere aanwijzingen in deze handleiding en in het veiligheidshandboek in acht.
Pagina 95
Gevaar door gasinstallatie WAARSCHUWING Ondeskundig uitgevoerde bediening en onderhoud van de gasinstallatie kan ernstig letsel en zelfs de dood veroorzaken! - Volle en lege gasflessen altijd met afschermkappen transporteren om de fleskleppen te beschermen. - De gasflessen op de asfaltafwerkmachine met de bevesti- gingsriemen beveiligen tegen draaien, kantelen en vallen.
Pagina 96
GEVAAR Gevaar door brandbare en explosieve gassen Brandbare en explosieve gassen kunnen ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben! - De balkverwarming werkt op propaangas. Propaangassen zijn extreem brandbaar! Het vrijkomen van deze gassen betekent een groot risico op brand en explosie. - Propaangas verzamelt zich op de bodem omdat het zwaarder is dan lucht.
Pagina 97
GEVAAR Gevaar door propaangas Brandbaar en explosief propaangas kan tot ernstig letsel en zelfs de dood leiden! - Propaangassen zijn extreem brandbaar! Het vrijkomen van deze gassen betekent een groot risico op brand en explosie. - Het inademen van het gas kan hoofdpijn, zwakte, ver- wardheid, misselijkheid en duizeligheid veroorzaken.
Onderhoudsinterval - elektrische verwarming Interval Onderhoudspunt Opmerking voor werk- - Isolatiebewaking controleren begin zie 8 Nationale voor- - Controle van de elektrische instal- zie 12 schriften voor latie door een elektromonteur controle en voor controle-interval- len in acht ne- men! Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode...
Pagina 104
Om slijtage en daardoor speling in de geleidingen zo klein mogelijk te houden, moet eventueel vuil in de geleidingselementen worden verwijderen. De buizen altijd schoon houden: - De buizen na het dagelijks werk reinigen met een poetsdoek en - daarna licht oliën. F 12...
Overige smeer- en onderhoudspunten Om bij de cardanas te kunnen, moeten de stamperleischutplaten worden verwijderd. De kettingen van de wegdekprofielverstel- ling invetten met een penseel of sproeivet. F 13...
Speling van de geleidingsbuizen instellen - Bus (1) is met de schroeven (2) bevestigd op de balk. Met de stelschroeven (3) resp. de schroefdraadpennen (4) wordt via de binnenlig- gende conusbus de speling van de geleidingsbuizen ingesteld. - De schroefdraadpennen (4) dienen als aanslag voor de binnenliggende conusbus. - Speling verkleinen: De drie schroefdraadpennen (4) op de omtrek van de bus tot dezelfde lengte / met hetzelfde aantal slagen uitdraaien.
Tijdens het inbouwen dringen er langzamerhand bitumen en fijne deeltjes binnen in het stamperframe. Deze worden door de verwarming plastisch gehouden en dienen ook voor smering van het stampermes. Bij demontage van de balk stolt deze massa. Voordat de stamper opnieuw in gebruik wordt genomen, moet deze massa door verwarming weer vloeibaar worden gemaakt.
Stamperleischutplaat controleren / instellen Controleer de instelling van de stamper telkens voordat u met inbouwen begint. Het stampermes (1) moet tegen de mes- scheen ((2), op de balk) liggen. Tussen de stamperleischutplaat (3) en het stampermes (1) moet over de gehele breedte een speling (a) van 0,5 mm zijn.
Hydraulische slangen - De toestand van de hydraulische slan- gen doelgericht controleren. - Beschadigde slangen direct vervangen. Vervang de hydraulische slangleidingen wanneer deze bij de inspectie de vol- gende eigenschappen blijken te hebben: - Beschadiging van de buitenlaag tot aan het inlegwerk (bijv. schuurplekken, sneden, cheuren). - Brosheid van de buitenlaag (scheurvorming in het slangmateriaal).
Pagina 112
Bij het monteren en demonteren van hydraulische slangleidingen moeten de volgen- de aanwijzingen beslist in acht worden genomen: - Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangen van Dynapac! - Houd ze altijd goed schoon! - Hydraulische slangleidingen moeten in principe zodanig worden gemonteerd dat in alle bedrijfstoestanden - geen trekbelasting optreedt, uitgezonderd door het eigengewicht.
Kenmerking van hydraulische slang- leidingen / opslag- en gebruiksduur ingestanst nummer schroefaansluitstuk geeft informatie over de productiedatum (A) (jaar/ maand) en de maximaal toegestane druk voor de slang (B). Nooit slangen inbouwen die te lang heb- ben gelegen en altijd op de toegestane druk letten.
Elektrische verwarming Isolatiebewaking controleren Dagelijks moet voor het begin van het werk worden gecontroleerd of de isolatiebewa- king goed werkt. Bij deze test wordt alleen de werking van de isolatiebewaking gecontroleerd, en niet of er isolatiefout bestaat in de verwarmingssecties of in de verbruikers. - Aandrijfmotor van de machine starten.
Bougies controleren / vervangen Eenmaal per maand moeten de bougies van de gasverwarming worden gecon- troleerd: - Bougiestekker lostrekken. - Bougie demonteren balk (bougiesleutel, of een steeksleutel of een ratel met verlengstuk en een pas- send bougie-opzetstuk). - Controleren: - Geen zichtbare beschadiging van de isolator van het middencontact? De op basis van maten A en B bereken- de correcte elektrodenafstand bedraagt...
Instelling van de ontstekingsbrander Voor een foutloze ontsteking moet de stelring (1) van de ontstekingsbrander worden ingesteld. - Stelschroeven van de stelring los- draaien. - De stelring (1) dient ca. 50% van de luchtgaten (2) te bedekken. - Stelschroeven van de stelring weer vastdraaien.
Algemene visuele controle Bij de dagelijkse routine dient men rond de balk te lopen en de volgende controles uit te voeren: - Onderdelen of bedieningselementen beschadigd? - Lekkages van hydraulische componenten enz.? - Alle bevestigingspunten in orde? - Zijn de op de machine aangebrachte waarschuwingen compleet en goed leesbaar? - Zijn de antislip-oppervlakken van trappen, treeplanken enz.
Controle door een deskundige Balk en optioneel gebruikte gas- of elektro-installatie moeten door een gekwalificeer- de deskundige - indien nodig (afhankelijk van gebruiksomstandigheden en bedrijfsomstandigheden), - maar minstens eenmaal per jaar worden gecontroleerd op hun bedrijfsveilige toestand. F 27...
Elektrische zekeringen / relais 14.1 Zekeringen Alle zekeringen van de balk bevinden zich in de aansluitdoos van de machine! Zie de gebruiksaanwijzing van de machine. F 29...
Conservering van de balk 16.1 Stillegging tot 6 maanden - De machine zodanig stallen dat deze is beschermd tegen fel zonlicht, wind, vocht en vorst. - Alle smeerpunten volgens de voorschriften smeren. Eventueel de optionele centrale smeerinstallatie (machine) laten lopen. - Alle blanke metalen delen, bijv.
Afvoeren Het afvoeren van componenten en bedrijfsstoffen en het demonteren van de af te voeren machine moet worden uitgevoerd door een erkend vakbedrijf. 17.1 Maatregelen voor de afvoer Na het vervangen van slijtage- en vervangingsonderdelen of indien de machine wordt afgedankt (sloop) moeten de onderdelen gesorteerd worden afgevoerd.