Fig. Instrumentenpaneel
20. Trillingschakelaar
24
28
Afb. Bedieningspaneel
24. Oliedruklampje
25. Remlampje
28. Laadlampje
29. Gasontladingslamp
42
Controleer tijdens het warmdraaien van de motor of de
waarschuwingslampjes voor oliedruk (24) en opladen
(28) uit gaan.
Het waarschuwingslampje (25) moet blijven branden.
20
25
29
4812160814_G.pdf
Wanneer men een koude machine start of met een
Wanneer men een koude machine start of met een
koude machine rijdt, is de hydraulische olie ook
koude machine rijdt, is de hydraulische olie ook
koud en is de remweg langer dan wanneer de olie
koud en is de remweg langer dan wanneer de olie
zijn normale werktemperatuur heeft.
zijn normale werktemperatuur heeft.
Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer
Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer
u de motor binnen laat draaien. Gevaar voor
u de motor binnen laat draaien. Gevaar voor
koolmonoxidevergiftiging.
koolmonoxidevergiftiging.
Bediening
2020-10-27