Geen Naam
Geen Naam
1.
1.
Startschakelaar
Startschakelaar
2.
2.
Motorsnelheidscontrole
Motorsnelheidscontrole
3.
3.
Noodstop
Noodstop
4.
4.
Trilling Aan/Uit.
Trilling Aan/Uit.
Omschakelaar
Omschakelaar
5.
5.
Handboekvakje
Handboekvakje
6.
6.
Vooruit/achteruit-hendel
Vooruit/achteruit-hendel
7.
7.
Zittingschakelaar
Zittingschakelaar
8.
8.
Zekeringenkast
Zekeringenkast
(op stuurkolom)
(op stuurkolom)
9.
9.
Instrumentenkap
Instrumentenkap
12.
12.
Sprinkler,
Sprinkler,
schakelaar
schakelaar
32
Functiebeschrijving
Symbool
Symbool
4812160814_G.pdf
Machinebeschrijving
Functie
Functie
Standen 1-2: Uitstand, de sleutel kan worden
Standen 1-2: Uitstand, de sleutel kan worden
verwijderd.
verwijderd.
Stand 3a: Alle instrumenten en electrische
Stand 3a: Alle instrumenten en electrische
bedieningselementen krijgen stroom.
bedieningselementen krijgen stroom.
Stand 3b: Lamp brandt. Houdt de startknop in deze
Stand 3b: Lamp brandt. Houdt de startknop in deze
stand totdat de lamp uit gaat. In de volgende stand
stand totdat de lamp uit gaat. In de volgende stand
wordt de startmotor gestart.
wordt de startmotor gestart.
Stand 3c: Activering van startmotor.
Stand 3c: Activering van startmotor.
Licht de hendel op en leg deze in de inkeping aan de
Licht de hendel op en leg deze in de inkeping aan de
linkerkant om de motorsnelheid in te stellen op de
linkerkant om de motorsnelheid in te stellen op de
snelheid voor bedrijf. Om de motorsnelheid in te
snelheid voor bedrijf. Om de motorsnelheid in te
stellen op de snelheid voor stationair draaien, zet u
stellen op de snelheid voor stationair draaien, zet u
de hendel naar rechts en omlaag.
de hendel naar rechts en omlaag.
Druk op deze knop om de noodstop te activeren. De
Druk op deze knop om de noodstop te activeren. De
rem wordt geactiveerd en de motor stopt. Wees
rem wordt geactiveerd en de motor stopt. Wees
voorbereid op bruusk stoppen.
voorbereid op bruusk stoppen.
Eenmaal indrukken en loslaten om trilling in te
Eenmaal indrukken en loslaten om trilling in te
schakelen. Nogmaals indrukken om trilling weer uit
schakelen. Nogmaals indrukken om trilling weer uit
te schakelen.
te schakelen.
Omhoog trekken en aan de bovenkant open maken
Omhoog trekken en aan de bovenkant open maken
om de handboeken te bereiken.
om de handboeken te bereiken.
De dieselmotor kan alleen gestart worden als de
De dieselmotor kan alleen gestart worden als de
hendel zich in de neutrale stand bevindt. De motor
hendel zich in de neutrale stand bevindt. De motor
wordt niet gestart als de vooruit/achteruit-hendel niet
wordt niet gestart als de vooruit/achteruit-hendel niet
in de neutrale stand staat.
in de neutrale stand staat.
Met de vooruit/achteruit-hendel wordt de rijrichting en
Met de vooruit/achteruit-hendel wordt de rijrichting en
snelheid van de wals geregeld. Duw de hendel naar
snelheid van de wals geregeld. Duw de hendel naar
voren om de wals vooruit te laten rijden, enzovoort.
voren om de wals vooruit te laten rijden, enzovoort.
De snelheid van de wals wordt bepaalt door de
De snelheid van de wals wordt bepaalt door de
afstand van de hendel ten opzichte van de neutrale
afstand van de hendel ten opzichte van de neutrale
stand. Hoe verder van de neutrale positie hoe hoger
stand. Hoe verder van de neutrale positie hoe hoger
de snelheid.
de snelheid.
Blijf altijd zitten wanneer u met de wals rijdt. Als de
Blijf altijd zitten wanneer u met de wals rijdt. Als de
chauffeur tijdens het rijden opstaat, gaat er een
chauffeur tijdens het rijden opstaat, gaat er een
zoemer af. Na vier seconden wordt de rem
zoemer af. Na vier seconden wordt de rem
geactiveerd en stopt de motor.
geactiveerd en stopt de motor.
Bevat de zekeringen van het elektrisch systeem. Zie
Bevat de zekeringen van het elektrisch systeem. Zie
onder het kopje 'Elektrisch systeem' voor een
onder het kopje 'Elektrisch systeem' voor een
beschrijving van de functies van de zekeringen.
beschrijving van de functies van de zekeringen.
Wordt over de instrumentenplaat aangebracht om de
Wordt over de instrumentenplaat aangebracht om de
instrumenten te beschermen tegen weersinvloeden
instrumenten te beschermen tegen weersinvloeden
en sabotage. Vergrendelbaar
en sabotage. Vergrendelbaar
Omhoog = waterstroom naar walsrol inschakelen.
Omhoog = waterstroom naar walsrol inschakelen.
Midden = sproeier uitschakelen
Midden = sproeier uitschakelen
Omlaag = waterstroom naar walsrol via
Omlaag = waterstroom naar walsrol via
vooruit-/achteruithendel inschakelen.
vooruit-/achteruithendel inschakelen.
De waterstroom kan worden beheerd met de
De waterstroom kan worden beheerd met de
sproeiertimer (13).
sproeiertimer (13).
Watertoevoer uitgeschakeld
Watertoevoer uitgeschakeld
2020-10-27