Advertenties
Waarschuwing
Controleer op passerende
voertuigen en voetgangers
wanneer u uit het voertuig stapt
y Wanneer u uitstapt, controleer dan beslist
voor en achter het voertuig op passerende
voertuigen en voetgangers. In het bijzonder
de deur openen zonder te controleren of er
een voertuig of (motor)fiets aankomt kan
leiden tot schade en letsel.
y Waarschuw de passagiers ook om de
omgeving te controleren voordat ze de
deur openen.
Waarschuwing
Veilig parkeren en stoppen
y Laat nooit een baby of kind zonder toezicht
achter in het voertuig met de deuren en
ramen dicht nadat u het voertuig heeft
stilgezet of geparkeerd. De temperatuur in
het voertuig kan oplopen, wat kan leiden
tot stikken of een ongeval.
y Activeer altijd de parkeerrem wanneer
u stilstaat of parkeert. Zelfs een ondergrond
die vlak lijkt kan hellen. Zet de SBW (shift by
wire) in de stand P (parkeren) en trek altijd
de parkeerrem aan.
y Stop en parkeer niet op een steile helling.
Het remsysteem kan loslaten, waardoor het
voertuig zal bewegen.
y Trek de parkeerrem aan als u parkeert.
y Wanneer u parkeert op een helling, trek dan
altijd de parkeerrem aan en plaats blokken
onder de wielen of draai de wielen zodat ze
richting de stoep staan.
y Stop of parkeer het voertuig niet op plaatsen
met brandbare stoffen. De verwarmde
motorruimte en de hoogspanningsaccu
kunnen brand veroorzaken.
y Als het achterste deel van het voertuig zich te
dicht bij de muur bevindt terwijl het contact is
ingeschakeld, bestaat het risico op verkleuring
of brand door warmte van het voertuig. Houd
voldoende afstand tot de muur.
y Parkeer de auto indien mogelijk niet in een
vochtige of afgesloten ruimte.
Leg het voertuig niet stil tijdens
het rijden
y Leg het voertuig niet stil tijdens het rijden.
Dit kan het stuurwiel bedienen zwaarder
maken en vermindert de remkracht, wat
zeer gevaarlijk is.
Echter, als u het voertuig moet stoppen door
een noodsituatie tijdens het rijden of door
een ongeval of defect aan het voertuig, volg
dan deze procedure.
Refer to "Het voertuig stoppen tijdens het
rijden (in geval van nood)" (p.4-5)
Niet plots starten, accelereren of
remmen
y Plots accelereren, starten en remmen doet
u beter niet. Dit doen kan het verbruik van
de hoogspanningsaccu verhogen of een
ongeval veroorzaken.
y Accelereren en vertragen doet u het best rustig.
Rijden op ongeplaveide wegen en
bergwegen
y Controleer vooraf of de weg in goede staat is
en niet abrupt eindigt en of er voldoende ruimte
is voor een U-bocht in het midden van de weg.
y Op zanderige of droge wegen met veel losse
grond kan het voertuig gemakkelijk slippen.
Rijd dus traag en rustig.
y Rijd voorzichtig op bergwegen, aangezien de
buitenkant van de weg kan instorten.
y Wanneer u bergafwaarts rijdt, schakel terug en
rijd rustig door te laten remmen op de motor.
Voertuiginformatie en veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing
1-33
1
Advertenties
