Bandendrukcontrolesysteem (TPMS)
Het bandendrukcontrolesysteem (TPMS)
is een aanvullend veiligheidsmiddel dat een
abnormaal hoge of lage bandendruk detecteert
en de bestuurder hiervan op de hoogte stelt,
wat mogelijke ongevallen door bandendruk kan
voorkomen.
y Het algemene waarschuwingslampje (
gaat aan als de bandendruk abnormaal is.
y In geval van afwijkingen in het
bandendrukcontrolesysteem (inclusief
de sensor) knippert het algemene
waarschuwingslampje (
) en blijft het aan.
)
Wielmodule (één wielmodule voor elk wiel)
De elektronische bedieningseenheid van de
TPMS ontvangt verschillende data waaronder
bandendruk en temperatuur van de wielmodule
op elk wiel en laat die data zien op het combi-
instrument.
y Juiste bandendruk: 36 psi, 2,48 bar
y De juiste bandendruk is de waarde gemeten
bij kamertemperatuur (20 °C) met de toestand
van een leeg voertuig en banden die correct
afgekoeld zijn.
Opmerking
y Wanneer het voertuig wordt bestuurd
met een snelheid van 30 km/u of meer
nadat het voertuig is gestart, dan wordt
de bandendruk gedetecteerd binnen
5 minuten al kan deze tijd enigszins
afwijken afhankelijk van de status van het
systeem. Als de bandendruk niet wordt
herkend, verschijnt het symbool '--'.
Let op
y De bandendruk wordt getoond op het
scherm van het instrumentenbord kan
worden beïnvloed door verschillende
omgevingsfactoren waaronder de
rijomstandigheden, het aantal inzittenden
en de status van de luchtinjectie in de
banden.
y Wanneer er lucht wordt geïnjecteerd in een
band mengt de lucht met verschillende
temperaturen, waardoor het even kan
duren voordat de temperatuur in balans
is en de bandendruk verandert.
De bandendruk controleren
Druk OK
Druk OK
Door de bandenspanning (TPMS)-status te
1
selecteren in het hoofdmenu (
) van het
combi-instrument, kunt u de bandenspanning
2
altijd controleren op het scherm (
combi-instrument.
Veiligheidsonderdelen
2
) van het
2-29