y Vertrek niet onmiddellijk na het starten
van het voertuig. Wanneer u binnen
2 seconden na het starten met het voertuig
rijdt, wordt de zelfdiagnosefunctie
van het ESC-systeem niet uitgevoerd
en wordt het ESC tijdens het rijden in
een vroeg stadium geactiveerd, zodat
symptomen zoals het oplichten van
het ESC-waarschuwingslampje, de
waarschuwingszoemer en het genereren
van remkracht op alle wielen kunnen
optreden.
y Wanneer de ARP-functie is geactiveerd
is de remkracht van de motor en op elk
wiel krachtiger dan tijdens de normale
werking van de ESC, dus kan het voertuig
plotseling afremmen of er kan sterke
remkracht worden uitgeoefend op elk wiel
waardoor het besturen onstabiel wordt.
y Als de ESC-functie in werking is kan er
vibratie en geluid optreden vanaf het
rempedaal door de verandering in de
hydraulische druk in het systeem.
y Een voertuig uitgerust met ESC kan
lichte vibratie veroorzaken terwijl de
zelfdiagnosefunctie wordt uitgevoerd door
het systeem, maar dit is volstrekt normaal.
4-134
Starten en rijden
Afdalingsregelaar (HDC)
Het HDC systeem remt het voertuig automatisch
af om de bestuurder in staat te stellen het
voertuig met lage snelheid te besturen zonder het
rempedaal in te trappen wanneer de bestuurder
bij lage snelheid op een steile helling wilt rijden.
Het variabele type HDC waarmee dit voertuig
is uitgerust werkt flexibel bij snelheden
tussen 5 km/u en 30 km/u afhankelijk van de
omstandigheden (werking status van het rem-
en gaspedaal).
Waarschuwing
y Gebruik de HDC functie niet op een
normaal wegdek. De HDC functie is
bedoeld om af te dalen op een helling,
en deze gebruiken op een normaal
wegdek kan leiden tot een botsing
met een achterliggend voertuig.
De HDC functie activeren/
deactiveren
y Als de HDC-schakelaar wordt ingedrukt, gaat
het groene HDC-controlelampje op het combi-
instrument aan en heeft HDC de status
Gereed.
y Door nogmaals te drukken op de HDC-
schakelaar gaat het HDC controlelampje
uit wordt de HDC-functie uitgeschakeld.