Let op
y Voordat u vertrekt dient u altijd te
controleren of de waarschuwingslampjes
voor de parkeerrem en het oliepeil op het
instrumentenbord aan zijn.
y Zet de parkeerrem volledig los alvorens
te vertrekken. Rijden met de parkeerrem
aangetrokken kan schade veroorzaken in
het remsysteem.
y Wanneer u de parkeerrem gebruikt om
tijdens het rijden te stoppen, zet u voor
de veiligheid de SBW (shift by wire) in de
stand P (parkeren) of de stand N (neutraal).
y Gebruik de stand P (parkeren) van de
SBW (shift by wire) niet in plaats van de
parkeerrem. Trek de parkeerrem goed aan
wanneer u het voertuig stilzet of parkeert.
y Als u van plan bent de SBW (shift by
wire) in de stand N (neutraal) te zetten
en het voertuig te parkeren, zet u het
voertuig uit met de SBW (shift by wire)
in de stand P (parkeren), drukt u op de
ontgrendelingsknop van de SBW (shift by
wire) en zet u deze in de stand N (neutraal).
y Zorg dat u altijd de SBW (shift by wire) in
de stand P (parkeren) zet wanneer u het
voertuig stilzet of parkeert, anders kan het
voertuig gaan rollen door een botsing of
de wegomstandigheden.
4-138
Starten en rijden
Wanneer u parkeert op een opwaartse
helling
y Wanneer u parkeert op een opwaartse
helling, parkeer het voertuig dan met de
wielen gedraaid in de tegenovergestelde
richting tegen de stoep. Zorg er na het
parkeren voor dat u wielblokken plaatst.
Wanneer u parkeert op een
neerwaartse helling
y Wanneer u parkeert op een neerwaartse
helling, parkeer het voertuig dan met de
wielen gedraaid in de richting van de
stoep. Zorg er na het parkeren voor dat
u wielblokken plaatst.