Bestuur niet onder de invloed
van drank, drugs/medicatie, of
als u slaperig of afgeleid bent ......1-30
Bij een lekke band..........................5-5
Bij een lekke band
Zie 'Bij een
lekke band' .....................................5-5
Blinde hoek detectie (BSD)
systeem ......................................4-152
Bluetooth ......................................3-89
Bluetooth handsfree-knop ............3-91
Boordcomputerinformatie .............4-37
Botsingsensor ...............................2-21
Brandblusser .......................1-37, 5-23
BSD systeem
Zie Blinde hoek
detectie (BSD) systeem .............4-152
Buitenspiegels automatisch
in-/uitklappen functie ....................3-75
C
Camera voor module (FCM) ......4-157
Car play ........................................3-89
Certificatielabel .............................1-20
Claxon ..........................................3-88
Claxon
Zie 'Claxon' ..................3-88
Combi-instrument .........................4-16
Boordcomputerinformatie .............. 4-37
Console ......................................3-100
Consumentenbond van Korea -
Voorzorgsmaatregelen om
niet-botsing ongevallen te
verminderen...........................1-4, 1-18
Consumentenbond van
Korea - Voorzorgsmaatregelen
voor mogelijk gevaarlijke
veiligheidsgordel accessoires.........1-3
Controleer op passerende
voertuigen en voetgangers
wanneer u uit het voertuig stapt ....1-33
Controlelampje autonoom
noodremsysteem (AEBS) UIT ......4-27
Controlelampje ECO+ ..................4-29
Controlelampje elektronisch
stabiliteitscontrolesysteem
(EPS) UIT .....................................4-23
Controlelampje elektronisch
stabiliteitscontrolesysteem
(ESP) UIT .....................................4-23
Controlelampje grootlichten..........4-31
Controlelampje
mistkoplampen AAN .....................4-28
Controlelampje mistlamp
achter AAN ...................................4-28
Controlelampje slimme
achterklep .....................................4-34
Controlelampje stuurwielverwarming
Verwarming ................................... 4-25
Controlelampje verlichting AAN....4-27
Controlelampje voertuig gereed ...4-31
Controlelampje/waarschuwings-
lampje afdalingsregelaar
(HDC) AAN ........................4-22, 4-135
Controlelampje/waarschuwings-
lampje AUTO HOLD .....................4-30
Controlelampje/waarschuwings-
lampje LKAS (LDWS)...................4-30
Controle voor vertrek....................1-25
D
Dagverlichting (DRL) ....................3-59
Dakimperiaal...............................3-106
De achterklep openen in geval
van nood.......................................3-30
De airbag wordt niet opgeblazen
in deze gevallen ...........................2-24
De airconditioning beheren
(winter) ..........................................6-32
De banden controleren op
slijtage ..........................................6-29
De bandendruk controleren..........6-28
De banden en wielen
controleren....................................6-28
De bandenposities rouleren .........6-29
De batterij van de smart key
vervangen .....................................4-15
De buitenverlichting vervangen ....6-21
De bumper wassen ......................1-40
De deur Auto-lock functie tijdens
het rijden.........................................3-3
De elektrisch bediende stoel
verstellen ........................................3-7
De elektrische achterklep
resetten.........................................3-27
De grootlichten en dimlichten
tegelijk inschakelen
(passeerlicht) ................................3-57
De hoek van de koplampen
verstellen ......................................3-58
De hoek van de rugleuning
verstellen ...............................3-8, 3-10
De hoofdsteun verstellen ......3-6, 3-11
De hoogte/lengte van het
stuurwiel instellen .........................3-88
De interieurverlichting
vervangen .....................................6-23
De laadstekker aansluiten
en loskoppelen .............................3-38
De motorkoelvloeistof
onderhouden (winter) ...................6-32
De motor starten
De motor starten met behulp
van startkabels ................................ 5-3
De motor starten en wegrijden
(winter) ..........................................6-32
De motor starten met behulp
van startkabels ...............................5-3
De motor starten met een
smart key met lege batterij of bij
interferentie (in een noodsituatie) .... 4-4
De motor stoppen tijdens het
rijden (in geval van nood) ..............4-5
Inhoudsopgave
7-3