Waarschuwingslampje
geen stroom
Dit waarschuwingslampje brandt ongeveer
4 seconden en gaat vervolgens uit als de START/
STOP-schakelaar wordt ingedrukt.
Om veiligheidsredenen gaat dit waarschuwings-
lampje branden en wordt het motorvermogen
beperkt wanneer:
y de laadtoestand van de tractieaccu onder een
bepaald niveau ligt of als de accuspanning
plotseling sterk daalt.
y de temperatuur van de aandrijfmotor of
HV-accu te hoog of te laag is.
y er een storing in het koelsysteem is.
y zich een probleem voordoet waardoor het
onmogelijk is om normaal te rijden.
Waarschuwing
y Rij niet abrupt weg en accelereer niet
fel als het waarschuwingslampje Geen
stroom brandt.
y Als het laadniveau van de accu laag is, gaat
het waarschuwingslampje Geen stroom
branden en wordt het motorvermogen
begrensd. Laad de accu onmiddellijk op als
dit waarschuwingslampje brandt. Anders
kan het voertuig op een helling achteruit
rollen en zal het moeilijk zijn om omhoog
te rijden.
4-32
Starten en rijden
Oplaadcontrolelampje
Dit controlelampje brandt ongeveer 4 seconden
en gaat vervolgens uit wanneer de START/
STOP-schakelaar wordt ingedrukt.
Het oplaadcontrolelampje werkt als volgt:
y Groen controlelampje brandt: oplaadstekker
aangesloten of opladen voltooid
y Groen controlelampje knippert: opladen
is bezig
y Blauw controlelampje brandt: wachten op
gepland opladen
y Rood controlelampje knippert: defect
oplaadsysteem of oplaadstekker is niet
correct aangesloten
Waarschuwingslampje niveau
HV-accu
Dit waarschuwingslampje gaat branden als het
laadniveau van de HV-batterij laag is.
Waarschuwing
y Als het waarschuwingslampje voor het
niveau van de HV-accu brandt, laad dan
de accu onmiddellijk op bij een laadpunt.
y De accu moet onmiddellijk
opgeladen worden, want als het
waarschuwingslampje voor het niveau
van de HV-accu brandt is de resterende
actieradius nog circa 20 km voordat de
accu leeg is. Bedenk dat de resterende
actieradius kan verschillen afhankelijk
van de rijomstandigheden.