Automatisch ontwasemingssysteem
Het automatisch ontwasemingssysteem is
een aanvullende uitrusting die nevel van de
binnenkant van de voorruit automatisch detecteert
en verwijdert, om veilig rijden mogelijk te maken.
Het automatisch ontwasemingssysteem
in-/uitschakelen
y Om het automatisch ontwasemingssysteem
te activeren, drukt u binnen 3 seconden
5 keer op de AAN/UIT-schakelaar (
de ontdooi- en ontwasemingsschakelaar (
is ingedrukt.
‒ Het werkingscontrolelampje van het
automatisch ontwasemingssysteem (
knippert gedurende 3 seconden.
y Om het automatisch ontwasemingssysteem
uit te schakelen drukt u 5 maal binnen
3 seconden op de AAN/UIT-schakelaar (
terwijl de ontdooi-/ontwasemingsschakelaar
(
) is ingedrukt.
1
‒ De werkingsindicator van de ontdooi-/
ontwasemingsschakelaar (
4
gedurende 3 seconden.
Knippert gedurende
3 seconden na instellen
1
4
3
2
3-86
Handige uitrustingen
Werkingsniveaus van het auto
ontwasemen systeem
Als de vochtigheid op de binnenkant van de
voorruit toeneemt, zal het ontwasemen systeem
op hoog niveau werken. Bijvoorbeeld, als de
vochtigheid niet afneemt door te schakelen naar
de buitenlucht modus die werkt op niveau 1, zal
de werking oplopen naar niveau 2 tot 4 om het
onder controle te brengen.
y Niveau 1 - Schakelen naar buitenluchtmodus
2
) terwijl
y Niveau 2 - Airconditioning AAN
)
1
y Niveau 3 - Luchtdistributie richting de voorruit
y Niveau 4 - Ventilator snelheid richting de
voorruit wordt opgevoerd
3
)
y Schakel niet naar recirculatiemodus terwijl
)
2
het automatisch ontwasemingssysteem
actief is. Dit zal het ontwasemen minder
effectief maken, wat het zicht kan
belemmeren en tot een ongeval kan leiden.
y Verwijder de behuizing van de sensor
) knippert
bovenaan de voorruit niet. Dit kan
de sensor om vocht te detecteren
beschadigen.
Waarschuwing
Schakelaar verwarmingsmodus
2
1
Om het verwarmingssysteem te gebruiken, drukt
u op de verwarmingsmodusschakelaar (
Vervolgens wordt de werkingsindicator (
ingeschakeld en kan de verwarming de
temperatuur aanpassen aan de ingestelde
temperatuur.
Om het verwarmingssysteem uit te schakelen,
drukt u op de verwarmingsmodusschakelaar (
onder de werkingsindicator (
2
), die de status
AAN heeft.
1
).
2
)
1
)