Advertenties
De grootlichten in-/uitschakelen
y Wanneer u de lichtschakelaar in de richting
van het instrumentenbord duwt en deze
weer los laat terwijl het dimlicht aan is,
gaat het grootlicht aan. Op dat moment,
gaat het grootlichtcontrolelampje op het
instrumentenbord ook aan.
y Wanneer u de lichtschakelaar in de richting
van de bestuurder trekt en deze weer los
laat terwijl het grootlicht aan is, gaat het
grootlicht uit.
Waarschuwing
y Zet het grootlicht niet aan als er
tegenliggers aankomen of er een voertuig
voor u rijdt. Het grootlicht kan het zicht van
andere bestuurder belemmeren, wat een
ongeval kan veroorzaken.
De grootlichten en dimlichten tegelijk
inschakelen (passeerlicht)
Het grootlicht en het dimlicht gaan tegelijk aan
zolang u de lichtschakelaar in de richting van
de bestuurder trekt.
Opmerking
y Deze functie werkt ongeacht in welke
positie de lichtschakelaar staat.
Waarschuwingsknipperlichten
Het waarschuwingsknipperlicht dient om andere
voertuigen te waarschuwing in een noodgeval of
om een ongeval te voorkomen.
y Wanneer u op de schakelaar voor de
gevarenlicht drukt gaan alle richtingaanwijzers
knipperen.
y Wanneer u nogmaals op de schakelaar voor
de waarschuwingsknipperlichten drukt gaan
alle richtingaanwijzers uit.
Refer to "Noodstopsignaal (ESS)" (p.4-131)
Let op
y Gebruik het waarschuwingsknipperlicht
niet gedurende langere tijd terwijl het
voertuig uit staat. Dit kan verwarring
veroorzaken bij andere bestuurders
en dit kan de accu doen leeglopen.
Opmerking
y De waarschuwingsknipperlichten werken
ongeacht de status van de START/STOP
schakelaar.
y Terwijl het waarschuwingsknipperlicht
aan is werken de richtingaanwijzers niet
onafhankelijk.
Handige uitrustingen
3
3-57
Advertenties
