Het AEB (autonoom noodrem-
systeem) kan een voertuig niet
goed detecteren:
y op een bochtige of steile hellende weg
y wanneer het voertuig aanzienlijk schudt
y wanneer de achterlichten van een voorliggend
voertuig asymmetrisch zijn of in het donker
niet aan zijn
y wanneer de vorm van de achterkant van een
voertuig asymmetrisch is
y wanneer een voertuig u plots afsnijdt
y Wanneer het een dier betreft, een object,
of een voertuig dat in de tegenovergestelde
richting van uzelf rijdt
y Wanneer een voertuig dat achteruit rijdt
u tegemoet komt
y Een voertuig een vreemde vorm heeft
y Er een plotse verandering in belichting is
(in- en uitgang van een tunnel, etc.)
y Wanneer de vorm niet zichtbaar is door
schaduw onder een viaduct
y De zichtbaarheid slecht is door het weer zoals
sneeuw, regen en mist
y Wanneer er vocht op de voorruit aanwezig is
en deze niet volledig verwijderd is
y Wanneer een object geplaatst op het
dashboard licht weerkaatst wat de werking
van de camera module voor (FCM) hindert
y Wanneer er een smal object zoals een
motorfiets of fiets zich voor het voertuig
bevindt
y Een voertuig beweegt of stopt in een rijrichting
die haaks staat op uw eigen zoals bij een
kruising
Let op
y De aandacht van de bestuurder is
vereist aangezien het AEB (autonoom
noodremsysteem) mogelijk niet altijd
normaal reageert of verkeerd kan
werken wanneer een voertuig moeilijk
te herkennen is.
Bochtige weg
Op een bochtige weg zal een voorliggend
voertuig in dezelfde rijstrook niet te detecteren
zijn en kunnen de prestaties van het
AEBS verminderd zijn, zodat het onnodig
waarschuwingen kan geven of kan remmen
of helemaal niet zal werken.
Houd de weg voor u in de gaten op een bochtige
weg en pas de rijsnelheid aan door op het
rempedaal te trappen indien nodig.
Starten en rijden
4
4-145