Telefoon (optie)
Beknopte bedieningsinstructies
Simkaart
Het telefoonsysteem is alleen te gebruiken in
combinatie met een geldige simkaart
(Subscriber Identity Module). U hebt deze kaart
van uw provider ontvangen.
Breng altijd de simkaart aan, wanneer u gebruik
wilt maken van de telefoon. De naam van uw
provider verschijnt dan op het display.
Schakel de telefoon uit, als u geen simkaart
hebt aangebracht. U kunt anders geen
berichten voor de overige functies aflezen van
het display en de toetsenset op het stuurwiel
niet gebruiken om de radio te bedienen.
222
Telefoon in- en uitschakelen
Telefoon inschakelen: Draai de contactsleutel
naar stand I. Druk op de aangegeven knop op
de bovenstaande afbeelding.
Telefoon uitschakelen: Druk de knop waarmee u
de telefoon inschakelde ca. drie seconden lang
in. Als u de auto van het contact zet, terwijl de
telefoon actief, zal de telefoon actief ook actief
zijn wanneer u het contact een volgende keer
opnieuw aanzet.
Wanneer de telefoon uitgeschakeld is, kunt u
geen gesprekken aannemen.
Actieve stand
Om gebruik te kunnen maken van de functies
die de telefoon u biedt, moet de telefoon in de
actieve stand staan (dit geldt niet voor binnen-
komende gesprekken). Zet de telefoon in de
actieve stand door te drukken op
bedieningspaneel of op de toetsenset op het
stuurwiel.
In de actieve stand staan er altijd telefoonge-
gevens op het display.
Druk op
om de actieve stand te verlaten.
op het