Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Motor starten

Voordat de motor wordt gestart
– Trek de handrem aan.
Automatische versnellingsbak
– Zet de keuzehendel in stand P of N.
Handgeschakelde versnellingsbak
– Zet de versnellingspook in de neutrale stand
en houd het koppelingspedaal volledig
ingedrukt. Dit is met name van belang bij
strenge vorst.
N.B. Tijdens de koude start is het mogelijk dat het
motortoerental merkbaar hoger ligt dan normaal is
voor bepaalde motortypes. Dit omdat ernaar
wordt gestreefd het uitlaatgasreinigingssysteem
zo snel mogelijk op bedrijfstemperatuur te
brengen en tegelijkertijd de uitstoot te beperken
van stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.
N.B. Het sleutelblad van de hoofdsleutel moet
volledig zijn uitgeklapt (zoals afgebeeld op
pagina 102) bij het starten van de auto. Anders
is het risico aanwezig dat de startblokkering in
werking treedt en de motor niet kan worden
gestart.
WAARSCHUWING!
Neem de contactsleutel nooit tijdens het
rijden uit het contactslot, ook niet als de auto
gesleept wordt. U loopt anders het gevaar dat
het stuurslot wordt geactiveerd, waardoor de
auto onbestuurbaar wordt. Bij het slepen
moet de contactsleutel in stand II staan.
Motor starten
Benzine
– Draai de contactsleutel naar de startstand.
Als de motor niet binnen 5 tot 10 seconden
aanslaat, moet u de sleutel loslaten en een
nieuwe startpoging doen.
Dieselolie
– Draai de contactsleutel naar de rijstand.
Een controlelampje op het instrumenten-
paneel gaat branden om aan te geven dat
de motor wordt voorverwarmd.
– Draai de sleutel naar de rijstand, wanneer
het controlelampje uitgaat.
Roetfilter dieselmotor (DPF)
Dieselmodellen zijn uitgerust met een roetfilter,
waardoor een nog efficiëntere uitlaatgasrei-
niging mogelijk is. Onder normale rijomstandig-
heden blijven de roetdeeltjes uit de
uitlaatgassen in het filter achter. Om de
roetdeeltjes te verbranden en het filter te legen
wordt een zogeheten regeneratie gestart.
Daarvoor moet de motor de normale bedrijf-
stemperatuur hebben bereikt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden wordt het
filter om de 300 —900 kilometer geregenereerd.
De regeneratie duurt normaal 10 tot 20 minuten.
Gedurende deze tijd kan het brandstofverbruik
ietwat stijgen.
Starten en rijden
Regeneratie bij koud weer
Als u bij koud weer vaak korte afstanden rijdt,
bereikt de motor de normale bedrijfstempe-
ratuur niet. Dit betekent dat het roetfilter niet
geregenereerd en niet geleegd wordt.
Wanneer het filter voor ca. 80 % met
roetdeeltjes gevuld is, licht een oranje gevaren-
driehoek op het instrumentenpaneel op en
verschijnt de melding ROETFILTER VOL ZIE
HANDLEIDING op het display van het instru-
mentenpaneel.
U start de regeneratie van het filter door met de
auto op een secundaire weg of op een snelweg
te rijden totdat de motor voldoende op tempe-
ratuur is gekomen. Daarna rijdt u nog ca.
20 minuten verder. Tijdens de regeneratie levert
de motor van de auto iets minder vermogen.
Na afloop van de regeneratie verdwijnt de
waarschuwingsmelding automatisch.
Wanneer u bij koud weer de standverwarming
(optie) inschakelt, bereikt de motor sneller de
normale bedrijfstemperatuur.
BELANGRIJK!
Als het filter helemaal met deeltjes gevuld is,
kan het onbruikbaar worden. De motor start
dan moeilijk en de kans bestaat dat het filter
moet worden vervangen.
117

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V70 r 2006Xc70 2006

Inhoudsopgave