Starten en rijden
Rijden met een aanhanger
Rijden met een aanhanger,
automatische versnellingsbak
• Trek bij het parkeren op hellingen eerst de
handrem aan, voordat u de keuzehendel in
stand P zet. Zet bij het wegrijden op een
helling eerst de keuzehendel in de rijstand
en haal de auto vervolgens van de handrem.
• Kies bij het omhoogrijden op steile hellingen
of in langzaam rijdend verkeer de juiste lage
versnelling. Zo voorkomt u dat de automa-
tische versnellingsbak opschakelt. De
versnellingsbakolie wordt dan minder warm.
• Als uw auto is uitgerust met een Geartronic-
versnellingsbak, moet u geen hogere
handmatige versnelling inschakelen dan de
motor "aankan". Rijden in hoge versnellingen
is niet altijd zuinig.
N.B. Sommige modellen moeten worden
uitgerust met een oliekoeler voor de automa-
tische versnellingsbak om gebruik te maken van
een aanhanger. Informeer dan ook bij de
dichtstbijzijnde Volvo-dealer naar wat er voor
uw auto geldt, als u achteraf een trekhaak
monteert.
134
Niveauregeling
Als uw auto is uitgerust met automatische
niveauregeling, neemt de achtertrein van de
auto tijdens het rijden altijd de juiste rijhoogte
aan, ongeacht de belading. Wanneer de auto
stilstaat, zakt de achtertrein omlaag. Dit is
volkomen normaal. Bij het wegrijden met lading
wordt het niveau na enige tijd rijden naar boven
toe bijgesteld.