Een fax verzenden/ontvangen
Vergeet niet
• In modi TEKST/FOTO (TEXT/PHOTO) of FOTO (PHOTO)
kan de overdrachtstijd langer zijn dan in modus TEKST
(TEXT).
ORIGINEELFORMAAT (ORIGINAL SIZE)
stel het scanformaat van het origineel in.
AUTO:
het formaat van het origineel wordt
automatisch vastgesteld voordat het
origineel gescand wordt.
ORIGINELEN
selecteer deze functie om originelen met
1
MET VER-
verschillende formaten in de RADF
SCHILLENDE
(automatisch documentinvoersysteem) in te
FORMATEN
voeren.
(MIXED
ORIGINAL
SIZES):
Aangegeven
het origineel wordt gescand op het vooraf
grootte
ingestelde formaat, onafhankelijk van de
2
(Specified
daadwerkelijke grootte.
size):
Vergeet niet
• Als het faxapparaat van de ontvanger niet in staat is
originelen van B5-formaat te ontvangen, kan het apparaat
dit formaat verkleinen voordat het origineel verzonden
wordt. Om dit te voorkomen kan A4-formaat aangegeven
3
wanneer het in te stellen origineel van B5-formaat is.
BELICHTING (EXPOSURE)
Stel de dichtheid in waarop het origineel gescand moet
worden.
AUTO:
het apparaat detecteert automatisch het
contrast van het origineel en scant het met
optimale dichtheid.
4
Handmatig
Druk op
(Manual):
contrast in te stellen.
ECM
Schakelt de ECM-communicatie (Error Correction Mode of
foutcorrectiemodus) IN of UIT. ECM is een internationaal
gestandaardiseerde communicatiemodus die automatisch
5
fouten corrigeert die zich tijdens faxoverdrachten voor kunnen
doen. Met deze optie ingesteld op AAN maakt deze modus
een goede communicatie zonder verstoring van afbeeldingen
mogelijk, zelfs wanneer de overgedragen gegevens beïnvloed
zijn door ruis tijdens de communicatie, door de gedeelten die
door een fout beïnvloed zijn automatisch opnieuw te
verzenden.
Opmerking
6
• Zowel de verzender als de ontvanger moeten over de ECM-
functie beschikken om ECM-communicatie te kunnen
gebruiken.
• Wanneer er ruis optreedt tijdens communicatie, zal de
communicatietijd enigszins langer in beslag nemen dan
gewoonlijk. Zelfs wanneer ECM-communicatie gebruikt
wordt, kunnen zich, afhankelijk van de status van de lijn,
fouten voordoen.
• De ECM-communicatie is niet beschikbaar voor
spraakcommunicatie.
of
om het gewenste
VERZENDKWALITEIT (QUALITY TX)
Schakelt de verzendkwaliteit IN of UIT. Met deze modus
ingesteld op AAN worden originelen met een lagere snelheid
dan gewoonlijk verzonden en neemt de kans op fouten af.
POSTBUSCOMMUNICATIE (MAIL BOX
COMMUNICATION)
Voor communicatie die compatibel is met ITU-T-standaarden
(International Telecommunications Union-Telecommunications)
kan een subadres of wachtwoord meegegeven worden voor
verzending naar het faxapparaat van de ontvanger (Er kunnen
tot 20 tekens ingevoerd worden).
SUB (subadres):
SEP (selectief
pollen):
SID (sender
identification,
identificatie
verzender):
PWD
(wachtwoord):
Vergeet niet
• Om deze functie te gebruiken, moet het faxapparaat van de
ontvanger in staat zijn een met ITU-T compatibel subadres
of wachtwoord in te stellen.
INTERNETFAX (INTERNET FAX)
ONDERWERP
het onderwerp van de internetfax
(SUBJECT):
BERICHT
het bericht van de internetfax
(BODY):
Dit wordt niet gebruikt voor het verzenden van standaard
faxen.
- 66 -
informatie om gegevens over het
origineel naar het faxapparaat te
verzenden.
informatie om gegevens over het
origineel van het faxapparaat op te
halen.
Wachtwoord voor SUB.
Wachtwoord voor SEP.