NetWare IPX / NetWare IP
Door op een van de onderstaande toetsen te drukken
verschijnt het toetsenbord op het scherm. Voer in met de
toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het
bedieningspaneel. Druk na beëindiging van de invoer op [OK].
SERV.NAAM (SERVER NAME): Bij een selectie van [NetWare
IPX] moet de servernaam van de NetWare-server of Tree/
Context (indien NDS bruikbaar is) ingevoerd worden.
Wanneer u [NetWare IP] selecteert, voer dan het IP-adres
van de NetWare-server in.
NETWERK PAD (NETWORK PATH): Druk hierop om een
netwerkpad voor een NetWare-servermap waarin de
gegevens moeten worden opgeslagen, in te voeren. Voer
bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een
map "sys\scan" van NetWare-server "\sys\scan" in.
LOGIN GEB. NAAM (LOGIN USER NAME): Druk hierop om
een gebruikersnaam voor het inloggen op de NetWare-
server in te voeren. Voer zoals vereist in.
WACHTWOORD (PASSWORD): Druk hierop om een
wachtwoord voor het inloggen op de NetWare-server in te
voeren. Voer zoals vereist in.
- 59 -
BELANGRIJKSTE KOPIEERMODI
1
2
3
4
5
6