8.1.1.2
Reagens werkstroom
Voordat BOND een reagens kan gebruiken, moet hij hem herkennen, in een proces met drie stappen:
Het reagenstype moet worden opgenomen in de reagenslijst in het scherm Instellen Reagens (Reagent setup) -
1
alle kant-en-klare reagentia van Leica Biosystems en veel bijkomende reagentia van Leica Biosystems (met
inbegrip van die in detectie-, en reinigingssystemen van BOND) zijn vooraf gedefinieerd, maar andere reagentia
moeten door de gebruiker worden toegevoegd aan de lijst.
Bij ontvangst van nieuwe voorraad worden afzonderlijke reagenscontainers en reagenssystemen in BOND
2
gescand, of „geregistreerd", om ze aan het inventaris toe te voegen.
In het geval van een kant-en-klare reagens of systeem, wordt het geladen in het reagensrek, waar BOND het
3
herkent en het inventaris bijwerkt op het moment dat het reagens wordt gebruikt.
BOND houdt de inhoud bij van elke afzonderlijke container en systeem, evenals de totalen van elk reagenstype. Voor
reagentia van Leica Biosystems kunt u een bijbestellinglimiet instellen zodat u een waarschuwing krijgt wanneer de
voorraad bijna op is. Zie
Details reagens of reagenssysteem
8.1.1.3
Reagensidentificatie
Afzonderlijke reagenscontainers hebben twee barcodes ter identificatie. De langere barcodes op de voorkant van de
containers worden gebruikt om de containers te registreren en om na registratie te identificeren (zie
reagenssysteem
registreren). Kortere barcodes bovenop de containers (onder de deksels) zijn de unieke
pakketidentificatiecodes UPI) die door BOND gebruikt worden om de containers te identificeren wanneer ze in de
modules zijn geladen. Gebruik de UPI om een geladen reagenscontainer handmatig te identificeren als die niet goed
gescand is (zie
5.1.3.5 Oplossen niet-gedetecteerde
BOND-reagenssystemen voor gebruik op BOND-III- en BOND-MAX-modules worden geïdentificeerd met twee
barcodes aan de zijkant van de houders. Gebruik beide barcodes om de systemen te registreren en ze na registratie te
identificeren.
BOND-PRIME-reagenssystemen hebben een enkele 2D-barcode aan de zijkant van de houder en deze wordt gebruikt
om het reagenssysteem na registratie te identificeren.
Afzonderlijke containers in reagenssystemen hebben UPI-barcodes bovenop en opzij. De BOND-software gebruikt
deze om de systemen te identificeren wanneer ze in modules worden geladen. Als automatische identificatie mislukt
wanneer het reagenssysteem in de BOND-MAX of BOND-III wordt geladen, kunnen deze UPI-nummers worden
ingevoerd om de containers handmatig te identificeren. Dit kan niet worden gedaan op een BOND-PRIME-module.
U kunt op elk gewenst moment informatie weergeven over elk reagens of reagenssysteem dat is geregistreerd, door
de lange barcode op de zijkant van de afzonderlijke containers opnieuw te scannen, of de twee barcodes (of een
enkele 2D-barcode) op de zijkant van reagenssystemen.
Als de verpakking niet wordt gescand, opent u het dialoog Manual ID entry (Handmatig ID invoeren) door te klikken op
ofwel het pictogram Search (Zoeken)
Reagent Inventory (Reagensinventaris).
BOND 7 handleiding, 49.7556.508 A06
Copyright © 2023 Leica Biosystems Melbourne Pty Ltd
in
8.3.2 Details reagens of reagenssysteem
reagentia).
op de functiebalk, of de knop Enter ID (ID invoeren) in het scherm
8 Reagensbeheer (op BOND-controller)
8.3.3 Reagens en
200