Om de details van een bestaande reagens te veranderen, selecteert u die en klikt u op Open (Openen), of u dubbelklikt
erop. Het dialoog Edit reagent properties (Reagenseigenschappen bewerken) opent. Dit is hetzelfde dialoog als voor
Add reagent (Reagens toevoegen), maar met de ingevulde details voor de geselecteerde reagens.
Volg de volgende aanwijzingen voor het toevoegen of bewerken van reagentia:
Als u een nieuwe reagens toevoegt, vult u in het veld Name (Naam) een beschrijvende naam in.
1
Nieuwe reagentia kunnen niet beginnen met „*", die is gereserveerd voor reagentia van Leica Biosystems.
Let op dat u geen naam kiest die kan leiden tot verwarring met een andere reagens bij het
aanmaken van protocollen of glaasjes.
Voor nieuwe reagentia vult u in het veld Abbreviated name (Afgekorte naam) een korte naam in. Afgekorte
2
namen zijn beperkt tot acht karakters.
De naam komt terug op glaasjespictogrammen in het scherm Status en hij wordt geprint op glaasjeslabels.
Als BOND is verbonden met een LIS, vult u in het veld Public name (Publieke naam) de naam in van de reagens
3
zoals die in het LIS wordt gebruikt (geldt niet voor bijkomende reagentia).
Als u een nieuwe reagens aanmaakt, selecteert u het type van de reagens in de Type dropdownlijst. Het
4
dialoog verandert, afhankelijk van het type dat u selecteert.
5
In het veld Supplier (Leverancier) vult u de naam in van de leverancier van de reagens.
Als de reagens een marker is (primaire antistof of RNA- of DNA-probe), selecteert u standaard protocollen om
6
te gebruiken in verschillende types kleuringsruns waarin de marker gebruikt wordt.
Selecteer in het veld Stainings method (Kleuringsmethode) Single/Sequential multiplex (Enkel/Sequentieel
7
multiplex) om standaardprotocollen in te stellen voor merkers in enkelvoudige kleuringsruns, op het tabblad
Enkel (Single). Voor merkers in sequentiële multiplexkleuringsruns stelt u standaardprotocollen in voor de
eerste toepassing op het tabblad Preliminary (Voorlopig) en stelt u het standaardprotocol voor de laatste
toepassing in op het tabblad Definitief (Final).
Selecteer Parallel multiplex om standaard protocollen in te stellen voor de merkers in parallelle multiplex
8
kleuringsruns.
Als de reagens een RNA- of DNA-probe is, verschijnen aanvullende protocollen (denaturatie en
hybridisatie) in alle bovenstaande tabs.
Voor vooraf gedefinieerde BOND merkers drukt u op Restore factory default protocols (Herstellen standaard
9
fabrieksprotocollen) als u de protocollen terug wilt zetten naar de fabrieksinstellingen, wat aanbevolen is voor
de merker (u moet zijn ingelogd als supervisor om fabrieksinstellingen te herstellen).
BOND 7 handleiding, 49.7556.508 A06
Copyright © 2023 Leica Biosystems Melbourne Pty Ltd
8 Reagensbeheer (op BOND-controller)
206