De computer maakt gebruik van DIMM's (dual inline memory modules). De
door IBM geïnstalleerde DIMM's die bij de computer worden geleverd, zijn
SDRAM-modules (synchronous dynamic random access memory) zonder buf-
fer.
Houd u bij het installeren van DIMM's aan de volgende regels:
v Plaats een nieuwe geheugenmodule in de eerste vrije aansluiting, beginnend
bij DIMM 1.
v Gebruik 3,3 V, 133 MHz, SDRAM DIMM's zonder buffer.
v Gebruik een combinatie van 64, 128 of 256 MB DIMM's.
Opmerkingen:
De locatie van de geheugenaansluitingen op de systeemplaat vindt u bij
1.
"Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 54.
Voordat u de klemmetjes van de DIMM-aansluitingen kunt losmaken,
2.
moet u eerst de AGP-adapter verwijderen.
a.
Ontgrendel het afdekplaatje van de adaptersleuf
b.
Verwijder de AGP-adapter.
U installeert een DIMM als volgt:
1. Verwijder de kap. Zie "De kap verwijderen" op pagina 51.
2. Als de klemmetjes nog niet open zijn, duwt u ze naar beneden.
3. Duw de DIMM voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vastklikken.
Zorg dat de uitsparingen in de DIMM op één lijn liggen met de nokjes op
de aansluiting.
58
Handboek voor de gebruiker