3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Raadpleeg het label met de afbeelding
van de systeemplaat in de computer voor de precieze plaats of raadpleeg
"Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 54.
4. Verwijder, indien nodig, adapters die de toegang tot de batterij verhinde-
ren. Raadpleeg voor meer informatie "Adapters installeren — ruimte-
besparend desktopmodel" op pagina 60 of "Adapters installeren —
desktopmodel" op pagina 62.
5. Verwijder de oude batterij.
6. Installeer de nieuwe batterij.
7. Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de bat-
terij weer terug. Zie "Adapters installeren — ruimtebesparend
desktopmodel" op pagina 60 of "Adapters installeren — desktopmodel"
op pagina 62 voor instructies over het vervangen van adapters.
8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie "De kabels
aansluiten" op pagina 7.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet
9. Zet de computer en alle randapparatuur aan.
10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de
wachtwoorden in te stellen.
11. Laat gebruikte batterijen verwerken als klein chemisch afval.
nadat de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden
afgebeeld. Dit is normaal na de vervanging van de batterij.
Hoofdstuk 6. Problemen oplossen
105