Waarschuwing: Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Gebruik ter vervanging alleen IBM-batterijen met onderdeelnummer 33F8354 of een gelijksoortige batterij die door de leverancier wordt aanbevolen. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen.
Als u de behuizing van het CD-ROM-station of het DVD-station opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. Het CD-ROM-station of het DVD-station bevat geen onderdelen die moeten worden vervangen of onderhou- den. Verwijder de behuizing van het station niet. Sommige CD-ROM-stations of DVD-stations bevatten een ingebouwde laserdiode van categorie 3A of 3B.
Informatiebronnen Raadpleeg Access IBM op het bureaublad voor nadere informatie over de compu- ter. Als u beschikt over Internet-toegang, kunt u op Internet de meest recente handboe- ken voor uw computer bekijken. Deze vindt u op: http://www.ibm.com/pc/support Typ het machinetype en het modelnummer in het veld Quick Path en klik op Go.
Deze voorzorgsmaatregelen en richtlijnen zorgen dat u veilig kunt werken. Algemene informatie over het gebruik en het onderhoud van de computer vindt u in Access IBM. Access IBM bevat tevens informatie die u helpt bij het oplossen van problemen en het aanvragen van reparatieservice en andere technische hulp.
Voorzieningen In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen van de computer, de vooraf geïnstalleerde software en de specificaties. Niet alle modellen beschikken over alle hier genoemde voorzieningen. Microprocessor ® ™ Intel Pentium 4 met 256 kB intern L2-cache-geheugen en MMX-technologie Geheugen v Rambus in-line memory modules (RIMM’s) worden ondersteund –...
Pagina 13
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat onderworpen aan een compatibiliteitstest. IBM kan na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
DOS Versie 7.0 v IBM OS/2 Warp Connect 3.0 v IBM OS/2 Warp 4.0 v IBM OS/2 LAN Server 3.0 en 4.0 v Linux: Red Hat, Caldera, S.U.S.E. en Turbo Linux Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van de NetVista computer. Uw computer heeft vijf 32-bits PCI-uitbreidingssleuven, één AGP-sleuf en zeven...
Pagina 15
Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 165 mm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 445 mm Maximumconfiguratie: 275 Watt Diepte: 499 mm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,34 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 14 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 17,3 kg Gemiddelde geluidsproductie: Omgevingsvoorwaarden Op de werkplek: Luchttemperatuur: Niet actief: 38 dBA Systeem aan: 10 tot 35°...
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-465-7999. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 17
v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Aansluitingen aan de achterkant van de computer In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. Mogelijk beschikt uw computer niet over alle afge- beelde aansluitingen. 1 Voedingsaansluiting 9 LED’s 2 Muisaansluiting 10 Ethernet-aansluiting 3 Toetsenbordaansluiting 11 Microfoonaansluiting 4 USB-poort 3...
Aansluiting Beschrijving Muisaansluiting Hierop kunt u een muis of trackball aansluiten, of een ander aanwijsapparaat dat geschikt is voor een muisaansluiting. Toetsenbordaansluiting Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een standaard toetsenbordaansluiting. USB-poorten Hierop kunt u een apparaat aansluiten waarvoor een USB-poort (Universal Serial Bus) vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner of een USB-printer.
High-performance audio-adapter Als deze adapter is geïnstalleerd, zijn de aansluitingen voor MIDI/joystick, audiolijnuitgang, microfoon en audiolijningang op de systeemplaat uitgeschakeld. Deze uitschakelvoorziening geldt alleen voor de audioadapter. De interne luidspre- ker is bij normale werking ook uitgeschakeld. Gebruik de externe luidsprekers of de hoofdtelefoon voor weergave van geluid.
één abonnement aanschaffen. Raadpleeg de overeenkomst met uw provider voor meer informatie. Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op Internet. Installatie- instructies vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Hoofdstuk 2. Externe opties installeren...
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 CD- of DVD-station 6 AGP-sleuf (Accelerated Graphics Port) 2 Diskettestation 7 PCI-sleuf 3 Aan/uit-knop 8 Koeler 4 Houder van onderste stationsvak 9 Ventilator 5 Systeemplaat 10 Voedingseenheid Opties installeren op de systeemplaat...
ondersteunt daarnaast een verscheidenheid aan apparaten. Dit geldt zowel voor apparaten die vooraf in de fabriek zijn geïnstalleerd als voor apparaten die u op een later tijdstip zelf installeert. In de volgende afbeelding ziet u waar de onderdelen van de systeemplaat zich bevinden.
Pagina 28
De RIMM’s die door IBM vooraf in sommige modellen zijn geïnstalleerd, zijn ECC (error checking and correction) RDRAM-modules (Rambus dynamic random access memory). Als u RIMM’s installeert of vervangt, moet u rekening houden met het volgende: v Het Rambus-geheugen is opgedeeld in twee kanalen (A en B). RIMM- aansluitingen 1 en 3 vormen kanaal A, en RIMM-aansluitingen 2 en 4 kanaal B.
1. Houd de antistatische verpakking met daarin de RIMM tegen een ongeverfd metalen oppervlak in de computer en haal de RIMM of C-RIMM daarna uit de verpakking. 2. Als de klemmetjes nog niet open zijn, duwt u ze naar beneden. 3.
Pagina 30
2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de adaptersleuf waarin u de adapter wilt installeren. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. Handboek voor de gebruiker...
Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstalleerde station. Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD-ROM- of DVD-station in vak 1 (bepaalde modellen). v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 3.
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden: Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren. 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 inch) CD-ROM-station (standaard in som- mige modellen) 5,25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 inch) 5,25-inch vaste-schijfstation...
Pagina 33
v De meeste stations worden met vier-aderige voedingskabels aangesloten op de voeding. Aan de uiteinden van deze kabels bevinden zich kunststof stekkers die geschikt zijn voor de aansluitingen van de verschillende stations. Deze stekkers variëren in grootte. Verder kunnen sommige voedingskabels ook worden aange- sloten op de systeemplaat.
v Als één van de twee IDE-apparaten die op dezelfde kabel zijn aangesloten, een vaste-schijfstation is, dient dit vaste-schijfstation altijd het primaire apparaat te zijn. v Als er slechts één IDE-apparaat op een kabel is aangesloten, moet dat altijd zijn aangewezen als het primaire apparaat.
3. Installeer het station in het vak. Stem de gaten waar de schroeven in moeten op elkaar af. Draai de twee schroeven erin vast. 4. Als het station dat u hebt geïnstalleerd is bedoeld voor een verwisselbaar opslagmedium, plaatst u het bij de computer geleverde frontplaatje met sleuf op het stationsvak.
Pagina 36
2. Verwijder de steunbalk door deze naar buiten te trekken zoals afgebeeld. 3. Verwijder de metalen kap en kantel het onderste stationsvak naar buiten. Handboek voor de gebruiker...
Pagina 37
4. Bevestig de rails op het station dat u gaat installeren en schuif het station langs de geleiders in het lege vak. 5. Kantel de behuizing van het stationsvak weer terug op haar plaats. Hoofdstuk 3. Interne opties installeren...
6. Sluit de voedings- en signaalkabels aan op het station. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Voor het voltooien van de installatie gaat u naar “De kap aanbrengen en de kabels aansluiten”...
1 Beugel 2 Gaten voor beugel 3 Moeren Volgende stappen: Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. De kap aanbrengen en de kabels aansluiten Wanneer u met de opties van de computer hebt gewerkt, installeert u eventueel verwijderde onderdelen opnieuw, plaatst u de kap terug en sluit u alle losgekop- pelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen.
Pagina 40
klik de kap op zijn plaats. 4. Sluit de kapvergrendeling om de kap vast te zetten. 5. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Hoofdstuk 2. Externe opties installeren” op pagina 9 en het Naslagboekje. 6.
(indien nodig voor een nieuwe optie) en het wissen van een vergeten wachtwoord. Meer informatie over het gebruik van het programma BIOS Setup vindt u in Access IBM. Na het installeren van opties moeten de configuratie-instellingen worden bijge- werkt.
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) In dit gedeelte leest u wat u moet doen als u uw wachtwoord vergeten bent. Voor meer informatie over vergeten wachtwoorden, zie Access IBM. Een vergeten wachtwoord wissen: 1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
Pagina 43
6. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie “De kap aanbrengen en de kabels aansluiten” op pagina 29. 7. Wanneer u de computer opnieuw opstart, wordt het hoofdmenu van het programma BIOS Setup afgebeeld. 8. In het onderhoudscherm kunt u de CMOS-instellingen wissen. 9.
Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam EEPROM-module (electrically erasable programmable read-only, ook wel flash- geheugen genoemd). U kunt de zelftest (POST), het BIOS en het programma IBM BIOS Setup eenvoudig bijwerken door de computer op te starten met een flash- diskette.
Pagina 48
6. Haal alle stekkers uit het stopcontact en verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 15. 7. Zoek de jumper voor het wissen en herstellen van het CMOS op de systeem- plaat. Verwijder alle adapters die de toegang tot deze jumper beletten. Raad- pleeg het label met de afbeelding van de systeemplaat in de computer voor de precieze plaats van de jumper.
Staten van Amerika. Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Uw IBM-vertegenwoordiger kan u vertellen welke producten en diensten op dit moment worden aangeboden. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBM- producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
Merken De volgende benamingen zijn merken van IBM Corporation: NetVista OS/2 Wake on LAN Pentium, Intel, MMX en AnyPoint zijn merken van Intel Corporation. Microsoft, Windows en Windows NT zijn merken van Microsoft Corporation. Andere namen van bedrijven, producten en diensten kunnen merken zijn van derden.