om Aan te kiezen als Beheer op afstand is ingeschakeld, zal dit
automatisch worden teruggezet op Dubbel. Voor meer informatie
raadpleegt u "Beheer op afstand" op pagina 38.
3. Als op uw computer een USB-toetsenbord is aangesloten, wordt
het toetsenbord niet vergrendeld als er een wachtwoord is inge-
steld.
Uit
In de werkstand Uit (ook wel Onbewaakt starten genoemd) verschijnt
er geen aanwijzing voor het systeemwachtwoord als u de computer
aanzet. Het besturingssysteem wordt gestart maar u moet wel een
wachtwoord opgeven voordat u zich kunt aanmelden of toepassingen
kunt openen.
Dubbel
Hoe de computer reageert in de werkstand Dubbel is afhankelijk van
de wijze waarop u de computer opstart: met de aan/uit-knop of via
een onbewaakte methode zoals op afstand via een LAN.
Als u de computer start met de aan/uit-knop, wordt u gevraagd om
een wachtwoord.
Als de computer door middel van een onbewaakte methode wordt
gestart, werkt de computer hetzelfde als in de werkstand Uit.
Het wachtwoord verschijnt tijdens het typen niet op het scherm. Als u een
onjuist wachtwoord opgeeft, verschijnt de mededeling dat het wachtwoord niet
wordt geaccepteerd. Geeft u driemaal een verkeerd wachtwoord op, dan moet
de computer worden uitgezet en opnieuw worden opgestart. Wanneer u het
juiste wachtwoord typt, begint de computer zijn normale werking.
Het systeemwachtwoord instellen, wijzigen of wissen
U kunt voor een systeemwachtwoord elke combinatie van maximaal zeven
tekens (A-Z, a-z en 0-9) gebruiken.
U kunt het systeemwachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
1. Start het Configuratieprogramma (zie "Het BIOS Configuratieprogramma
starten en gebruiken" op pagina 33).
2. In het menu van het Configuratieprogramma selecteert u Systeem-
beveiliging en u drukt op Enter.
3. Selecteer Systeemwachtwoord en druk op Enter.
4. Om een systeemwachtwoord in te stellen of te wijzigen, typt u het nieuwe
wachtwoord en drukt u op de pijl omlaag. Typ het nieuwe wachtwoord
nogmaals en druk op de pijl omlaag.
5. Bij Nieuw systeemwachtwoord bevestigen drukt u op Enter.
6. Als uw computer verschillende wachtwoordwerkstanden ondersteunt, kunt
u de werkstand wijzigen door bij Wachtwoordaanwijzing te kiezen uit Uit,
Aan of Dubbel. Ga verder met stap 8.
Hoofdstuk 4. Het BIOS Configuratieprogramma gebruiken
39