gebruiken voor het beveiligen van de elektronische overdracht van informatie.
Om de beveiligingsfuncties op deze chip te kunnen gebruiken, moet u ook de
beveiligingssoftware installeren die beschikbaar is op de website
http://www.ibm.com/pc/support/.
Ga als volgt te werk om de ingebouwde IBM Beveiligings-chip te activeren:
1. Start het Configuratieprogramma. Zie "Het BIOS Configuratieprogramma
starten en gebruiken" op pagina 33.
2. Selecteer Systeembeveiliging en druk op Enter.
3. Selecteer Ingebouwde IBM Beveiligings-chip en druk op Enter.
4. Stel de Ingebouwde IBM Beveiligings-chip in en druk op Enter.
5. Typ het wachtwoord tussen de vierkante haakjes en druk op Enter.
U kunt de ingebouwde IBM Beveiligings-chip opschonen door IBM
Beveiligings-chip leegmaken te selecteren en op Enter te drukken. Hierdoor
worden alle wachtwoorden en cryptografische waarden op de Ingebouwde
IBM Beveiligings-chip gewist en wordt de beveiligings-chip uitgeschakeld.
Serienummer van de Pentium III-processor inschakelen
De Pentium III microprocessor heeft een processorserienummer. Dit processor-
serienummer is een elektronisch nummer dat voor elke Pentium III-
microprocessor anders is. Deze voorziening is vooral bedoeld om de veiligheid
van Internet-transacties te vergroten. Bij levering van uw computer is het gebruik
van dit nummer uitgeschakeld.
U kunt deze voorziening als volgt inschakelen:
1. Start het Configuratieprogramma. Zie "Het BIOS Configuratieprogramma
starten en gebruiken" op pagina 33.
2. Selecteer Uitgebreide installatie en druk op Enter.
3. Selecteer Processorbesturingen druk op Enter.
4. Verander de waarde voor Toegang tot serienummer processor van Uitge-
schakeld in Ingeschakeld en druk op Enter.
5. Sla de instellingen op, verlaat het programma en start de computer
opnieuw op met de aan/uit-knop om de nieuwe instelling te activeren.
Overige instellingen in het Configuratieprogramma
In dit gedeelte leest u hoe u wijzigingen aanbrengt in de overige instellingen in
het Configuratieprogramma, zoals de toetsenbordsnelheid, de opstartvolgorde
en het energiebeheer.
42
Handboek voor de gebruiker