Onderhouden remmen
Onderhoud van de rem
Voor elk gebruik moet u de remmen controleren op een
horizontaal oppervlak en op een helling.
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine
stopt of onbeheerd achterlaat.
Belangrijk: Als de parkeerrem niet goed werkt, moet
u deze afstellen.
De parkeerrem controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en
schakel de aftakas uit.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Zet de rem vrij.
Opmerking: De remstaven moeten omhoog
komen van de banden en de remhendel moet naar
voren bewegen tot aan het einde van de sleuf in het
bedieningspaneel.
Opmerking: Stel de rem af indien dit nodig is.
4. Trek aan de remhendel totdat de remstaven net contact
maken met de band (Figuur 63).
5. Meet de opening tussen de voorzijde van de handgreep
tot het uiteinde van de sleuf in het bedieningspaneel
terwijl de remstaaf contact maakt met de band (Figuur
63).
Opmerking: Deze afstand moet 19 mm bedragen.
Opmerking: Stel de rem af indien dit nodig is.
4
1. Handgreep
2. Voorzijde van handgreep
3. Opening van 19 mm
45
1
2
3
5
6
g015240
Figuur 63
4. Voorzijde van sleuf
5. Remstaaf
6. Remstaaf maakt net
contact met de band