Machine met de hand duwen
Dankzij de omloopventielen kan de machine met de hand
worden geduwd zonder dat de motor loopt.
Belangrijk: U moet de machine altijd met de hand
duwen. Sleep de machine niet: dit kan schade aan het
hydraulische systeem veroorzaken.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Open de omloopventielen op beide pompen door deze
1 tot 2 slagen linksom te draaien. Hierdoor kan de
hydraulische vloeistof langs de pomp worden geleid en
kunnen de wielen draaien (Figuur 25).
Opmerking: Draai de omloopventielen maximaal
2 slagen om te voorkomen dat deze uit de machine
komen en er vloeistof gaat lekken.
1. Omloopventielen van pomp
3. Zet de parkeerrem vrij.
4. Duw de machine naar de gewenste locatie.
5. Stel de parkeerrem in werking.
6. Sluit de omloopventielen, maar draai deze niet te vast.
Vastdraaien met een torsie van 12 tot 15 Nm.
Belangrijk: Start of bedien de machine niet
terwijl de omloopkleppen geopend zijn. Dit kan
schade aan het systeem veroorzaken.
Figuur 25
De machine transporteren
Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer
om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat de
aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle benodigde
remmen, verlichting en aanduidingen die wettelijk vereist zijn.
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies.
De machine transporteren:
1. Breng het platform van de machine omhoog voordat u
de machine de aanhanger of de vrachtwagen oprijdt.
2. Als u een aanhanger gebruikt, bevestig deze dan aan
het sleepvoertuig en sluit de veiligheidskettingen aan.
3. Sluit indien van toepassing de remmen van de
aanhanger aan.
4. Laad de machine op de aanhanger of de vrachtwagen.
5. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje, stel de rem in
werking en sluit de brandstofklep.
6. Gebruik de metalen bindogen op de machine om de
machine goed te bevestigen op de aanhangwagen of de
vrachtwagen met banden, kettingen, kabels of touwen
(Figuur 26).
1. Bindogen van de tractie-eenheid
De machine inladen
Ga zeer voorzichtig te werk als u een maaimachine op een
aanhanger of een vrachtwagen laadt. Wij adviseren u gebruik
te maken van een oprijplaat die de volle breedte van de
machine beslaat en zo breed is dat deze uitsteekt voorbij
de achterwielen in plaats van afzonderlijke oprijplaten voor
elke kant van de maaimachine (Figuur 27). Als het platform
omlaag en vergrendeld is, steekt het tussen de achterwielen
naar achteren uit en moet voorkomen dat de machine
achterover kantelt. Een hellingbaan die zich over de volle
breedte uitstrekt, geeft de onderdelen van het platform een
oppervlak dat steun biedt als de machine achterover dreigt
te kantelen. Als het platform omhoog is gebracht, biedt de
hellingbaan een oppervlak achter de machine waarop u kunt
lopen. De bestuurder moet bepalen of het beter is om het
platform omhoog of omlaag te brengen tijdens het laden,
24
G015235
Figuur 26