Samenvatting van Inhoud voor Toro GrandStand TURBO FORCE
Pagina 1
® maaier Met een TURBO FORCE ® maaidek van 122 cm Modelnr.: 74568TE—Serienr.: 312000001 en hoger g015545 Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u Vertaling van de oorspronkelijke naar www.Toro.com. tekst (NL)
Toro U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1.
Onderhoud brandstofsysteem ........ 40 Algemene veiligheidsregels met betrekking tot Brandstof aftappen uit de brandstoftank ..... 40 de maaimachine..........4 Onderhoud van het brandstoffilter...... 40 Toro Veilige bediening.......... 6 Onderhoud elektrisch systeem ........ 41 Geluidsdruk ............7 Onderhoud van de accu........41 Geluidsniveau............7 Onderhoud van de zekeringen ......
• Als de machine op een helling begint te glijden, kan verminderen. dat niet met de rem worden gecorrigeerd. Toro heeft deze maaier ontworpen voor en getest op De belangrijkste oorzaken voor het verliezen van de veilig gebruik. Als u zich echter niet houdt aan de...
grasvangers, op hun plaats zitten en naar behoren • Stop de messen als u oppervlakken oversteekt die werken. niet met gras zijn begroeid en tijdens het transport van de maaimachine van en naar het te maaien • Controleer vóór het gebruik de messen, gebied.
De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die • Wees voorzichtig in de buurt van steile hellingen, specifiek zijn toegesneden op Toro producten en overige greppels of dijken. De machine kan plotseling belangrijke veiligheidsinstructies. omslaan als een wiel over de rand van een klip of greppel komt, of als een rand afbrokkelt.
• Gebruik altijd originele onderdelen zodat de originele normen worden gehandhaafd. • Controleer regelmatig de werking van de rem. Indien nodig moet u deze afstellen en een onderhoudsbeurt geven. Geluidsdruk Deze machine oefent een geluidsdruk van 93 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA).
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 20 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 20 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7010 110-2067 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen - Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2.
Pagina 10
119-1854 1. Stelknop voor de snelheid van de tractie-aandrijving. 115-4212 1. Peil hydraulische vloeistof 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Lees de Gebruikershandleiding. 119-7247 1. Maaihoogte - hoog 3. Maaihoogte - laag 2. Maaihoogte - gemiddeld 116–3267 >10∞...
Pagina 11
Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 120-6412 1. Explosiegevaar 6. Houd omstanders op veilige afstand van de 1. De riemspanning aanpassen - lees de Gebruikershandlei- accu.
Pagina 12
119-7285 1. Lees de Gebruikershandleiding 3. Smeer deze punten om de 5. Controleer de hydraulische olie om de voordat u service- of onderhoudswerk- 50 bedrijfsuren 50 bedrijfsuren zaamheden uitvoert. 2. Controleer elke 50 bedrijfsuren de 4. Smeer de zwenkwielen elke 6.
Pagina 13
120-6464 1. Parkeerrem in werking 5. Motortoerental 3. Aftakasschakelaar - 7. Continu snelheidsregeling stellen inschakelen 2. Parkeerrem vrijstellen 4. Aftakasschakelaar - 6. Snel 8. Langzaam uitschakelen...
Neem contact op met uw Erkende Toro-dealer of distributeur, of ga naar www.Toro.com voor een lijst met alle goedgekeurde en accessoires. Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder Figuur 6 voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het Opmerking: Bepaal vanuit de normale tanken statische elektriciteit worden ontladen bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot machine. ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en Brandstof bijvullen materiële schade veroorzaken.
Motoroliepeil controleren Belangrijk: Gebruik nooit brandstofadditieven die methanol of ethanol bevatten. Voordat u de motor start en de machine in gebruik Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner neemt, moet u het oliepeil in het carter van de aan de benzine toe. motor controleren;...
VOORZICHTIG Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd staat. Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel de parkeerrem in werking wanneer u de machine G008945 onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een Figuur 9 paar minuten.
2. Trek de knop van de choke omhoog om deze in te schakelen voordat u de contactschakelaar inschakelt (Figuur 12). 3. Druk de choke omlaag om deze weer uit te schakelen nadat de motor is gestart (Figuur 12). G008947 Figuur 13 2.
3. Zet de rechterrijhendel in de vergrendelde neutraalstand. 4. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in werking stellen. 5. Zet de aftakasschakelaar in de stand UIT. 6. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam en Snel. G008947 Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft Figuur 16 u de choke niet te gebruiken.
• de rechterrijhendel in de middelste onvergrendelde stand staat. • de aftakasschakelaar in de stand Aan staat. Het veiligheidssysteem is ontworpen om de maaimessen te stoppen als u de rechterrijhendel verplaatst of in de vergrendelde neutraalstand zet. De urenteller is voorzien van symbolen om de gebruikers op de hoogte te stellen als het veiligheidssysteem in de juiste stand staat.
aftakasschakelaar omhoog en laat de schakelaar los. • het maaien van kleine gebieden als de machine De koppeling moet aangrijpen en de maaimessen anders te lang is moeten beginnen te draaien. • gebieden met laag overhangende takken of obstakels 8. Verplaats de rechterrijhendel naar de vergrendelde •...
2. Zet de rechterrijhendel in de middelste onvergrendelde stand. G015234 Figuur 20 1. Voorste referentiebalk 4. Rechterrijhendel 2. Linkerrijhendel 5. rechterrijhendel in de vergrendelde neutraalstand G015233 3. Rechterreferentiebalk Figuur 19 1. Platform omhoog 3. De knop uittrekken om het 3. Beweeg de toerenregelaar naar de gewenste snelheid platform vrij te zetten om vooruit te rijden.
Als u de machine achterlaat, moet u tevens de parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in werking stellen in de gebruiksaanwijzing. Denk erom dat u het sleuteltje uit het contact haalt. VOORZICHTIG Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd is achtergelaten.
Belangrijk: U moet de machine altijd met de De machine transporteren: hand duwen. Slepen van de machine kan schade 1. Breng het platform van de machine omhoog voordat aan het hydraulische systeem veroorzaken. u de machine de aanhanger of de vrachtwagen oprijdt.
Pagina 26
of omlaag te brengen tijdens het laden, afhankelijk WAARSCHUWING van de omstandigheden. Als het niet mogelijk is een Als een machine wordt geladen op een aanhanger brede hellingbaan te gebruiken, moet u voldoende of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat afzonderlijke oprijplaten gebruiken om een complete de machine achterover kantelt.
Het gras zijwaarts afvoeren of mulchen Deze maaier is uitgerust met een scharnierende grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert. GEVAAR Zonder aangebrachte grasgeleider, uitworpafsluiter of complete grasvanger kunnen u of anderen in aanraking komen met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen.
Stand van afvoerplaat instellen De volgende figuren zijn uitsluitend bedoeld als aanbeveling voor gebruik. De instelling is afhankelijk van de soort gras, het vochtgehalte en de hoogte van het gras. Opmerking: Als het motorvermogen afneemt en de rijsnelheid van de maaimachine hetzelfde blijft, opent u de plaat.
Pagina 29
bereiken bij verschillende maaiomstandigheden of aan te passen aan de voorkeur van de bestuurder. • Er wordt aangeraden de gewichten slechts één voor één toe te voegen of te verwijderen tot de gewenste balans is bereikt. Opmerking: Neem contact op met een erkende servicedealer om een set gewichten te bestellen.
• Vervang het hydraulische filter en ververs de vloeistof als u Mobil® 1 olie gebruikt. Om de 250 bedrijfsuren • Stel de lager van het draaipunt van het zwenkwiel af. • Vervang het hydraulische filter en ververs de vloeistof als u Toro® HYPR-OIL™ 500 Om de 500 bedrijfsuren hydraulische vloeistof gebruikt.
VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabels los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
6. Breng het kussen omhoog en schuif het op de pennen aan beide zijden van de machine (Figuur 35). 7. Schuif de grote ringen met plastic bussen in de kussenbeugel en bevestig deze met een R-pen (Figuur 35). Figuur 34 1.
Smering Smeren met nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden. Methode van smeren 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Zwenkwielnaven smeren 12. Breng een afdichtkit aan op de tweede afstandsmoer en draai deze op de as met de afgeplatte kanten aan Onderhoudsinterval: Jaarlijks de buitenzijde. 1. Zet de motor af, wacht tot alle bewegende 13. Draai de moer aan met een torsie van 8-9 Nm, draai delen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het de moer los en draai deze opnieuw vast met een contactsleuteltje.
Schuimelement van het luchtfilter Onderhoud motor reinigen Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren 1. Was het schuimfilter in warm water met vloeibare Onderhoudsinterval/Specificatie zeep. Als het element schoon is, moet u het grondig uitspoelen. Controleer beide elementen en vervang ze indien ze 2.
Pagina 36
vaker gebeuren als de machine de onderste markering, omdat de motor daardoor wordt gebruikt in stoffige of vuile beschadigd kan raken. omstandigheden) 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de Om de 200 bedrijfsu- vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in ren—Motoroliefilter vervangen.
Motorolie verversen Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum. 1. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen. g015238 2. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
g015238 G008796 Figuur 44 Motoroliefilter vervangen Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen. 2. Plaats een doek onder het oliefilter om eventueel G012845 gemorste olie op te nemen.
Bougie verwijderen Bougie monteren 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de Draai de bougie vast met een torsie van 22 Nm. vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstof aftappen uit de brandstoftank Opmerking: De enige aanbevolen manier om brandstof af te tappen uit de tank is het gebruik van een sifonpomp. Een sifonpomp is verkrijgbaar bij de g015239 bouwmarkt. Figuur 49 GEVAAR 1. Brandstoftankdop In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Onderhoud elektrisch systeem Onderhoud van de accu Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Veeg de accubehuizing schoon met een tissue. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout.
WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
Opmerking: Gebruik de machine nooit wanneer de accu is losgekoppeld; dit kan beschadigingen aan het elektrische systeem tot gevolg hebben. Figuur 52 1. Pluspool van de accu 3. Rode (+) oplaadkabel 2. Minpool van de accu 4. Zwarte (–) oplaadkabel g015401 Figuur 53 Onderhoud van de zekeringen...
Onderhoud rechterrijhendel niet meer in het midden van de sleuf voor de neutraalstand in het bedieningspaneel staat. aandrijfsysteem De sporing afstellen Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1. Duw beide rijhendels even ver naar voren. 2.
Bandenspanning controleren 2. Zet indien nodig de bouten los en stel de afstandsschakelaar af tot het raakvlak overeenkomt Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren/Maande- met de bout aan de rijhendel (Figuur 56). lijks (houd hierbij de kortste periode 3. Controleer de afstand tussen de bout en de aan) afstandsschakelaar.
Figuur 59 Figuur 58 1. Borgmoer 4. Spanbus 1. Veerringen 3. Stofkap 2. Bout 5. Rollager 2. Borgmoer 3. Lagerbus 2. Verwijder een bus en trek vervolgens de spanbus en Onderhoud van zwenkwielen het tollager uit de wielnaaf (Figuur 59). en lagers 3.
Onderhoud koelsysteem 2. Als afstelling nodig is, gebruik dan een voelermaat van 0,381 mm om de drie afstelsleuven af te stellen. Draai de borgmoeren aan totdat de voelermaat licht Luchtinlaatrooster reinigen is vastgeklemd maar gemakkelijk binnen de spleet kan bewegen (Figuur 60). Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 3.
Onderhouden remmen Onderhoud van de rem Voor elk gebruik moet u de remmen controleren op een horizontaal oppervlak en een helling. Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. Als de parkeerrem niet goed werkt, moet u deze afstellen. De parkeerrem controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1.
Pagina 49
6. Draai de contramoer los (Figuur 63). 7. Draai de gaffel. Draai de gaffel naar boven om de rem strakker af te stellen. Draai de gaffel naar onderen om de rem minder strak af te stellen (Figuur 63). 8. Bevestig de gaffel aan de onderste remhendel met de borgpen en de gaffelpen (Figuur 63).
Onderhoud riemen Drijfriem van maaidek vervangen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de drijfriem van het maaidek. Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren.
Onderhoud bedieningsysteem De rijhendelstanden afstellen De rechterrijhendel afstellen Als de rijhendels niet op één horizontale lijn staan, moet u de rechterrijhendel afstellen. Opmerking: Stel eerst de horizontale uitlijning af en pas daarna de uitlijning voor/achter. 1. Schakel de aftakas uit, zet de rechterrijhendel in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
g015372 Figuur 68 1. Schroeven van de 3. Moer en bout schakelaar 2. Nok 9. Nadat de nok is versteld, moet de schakelaar worden gecontroleerd. g015373 10. Controleer de opening tussen de rijhendel en de Figuur 69 schakelaar zoals getoond in Figuur 69. De opening moet 3 mm bedragen terwijl de rechterrijhendel in 1.
Pagina 53
g015241 Figuur 70 1. Linkerrijhendel 3. Vergrendelde neutraalstand 2. Rechterrijhendel 4. Stel de uitlijning voor/achter van de rijhendels af g017848 2. Til de kabelvergrendeling waarmee de Figuur 71 kabelafstellingmoeren zijn bevestigd op en verwijder de vergrendeling (Figuur 71). 1. Linkerkabelafstelling 3.
Zie De motor hydraulische systeem starten en stoppen. 8. Controleer nogmaals het peil als de vloeistof warm ® ™ Type hydraulische olie: Toro HYPR-OIL is. Voeg indien nodig vloeistof toe aan het reservoir hydraulische olie of Mobil ® 1 15W-50 synthetische tot het peil zich tussen het koude en het warme peil motorolie.
Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven ® ™ Toro HYPR-OIL 500 hydraulische vloeistof gebruikt. vloeistof of een gelijkwaardig product. Andere vloeistoffen kunnen schade aan het systeem Opmerking: Vervang de hydraulische vloeistof veroorzaken. vaker in zware omstandigheden of in een warme 10. Plaats de dop van de hydraulische tank terug.
Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven vloeistof of een gelijkwaardig product. Andere vloeistoffen kunnen schade aan het systeem veroorzaken. 9. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen. Zet de motor af en controleer op olielekkages. Als een of beide wielen niet willen draaien, zie Hydraulische systeem ontluchten.
Onderhoud van het WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan maaidek door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. • Hydraulische vloeistof die per ongeluk in de Onderhoud van de huid is geïnjecteerd, moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts die maaimessen bekend is met dit type verwondingen.
Toro-messen 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit messen van wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
blijft in balans als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid materiaal verwijdert. Figuur 79 1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen 2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans (Figuur 80). Als het mes horizontaal blijft, is het in balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde Figuur 81 van de vleugel (Figuur 78).
oppervlak en de snijrand van het maaimes (Figuur 82). Figuur 82 1. Meet vanaf een 2. Meet bij de punten B en C. horizontaal oppervlak G015244 Figuur 83 4. Het verschil tussen de meting van punt B en punt C mag niet meer dan 6 mm bedragen. Als dit niet 1.
5. Controleer de schuinstand van het maaidek. 6. Als de afstand niet correct is, moet u de moeren aan de voor- en achterzijde van beide kanten aanpassen totdat de schuinstand correct is (Figuur 86). Figuur 84 1. Meet bij de punten A en B. 2. Meet vanaf een horizontaal oppervlak Schuinstand van het maaidek aanpassen.
1. Verwijder de borgmoer, bout, veer en afstandsstuk waarmee de bevestigingen van de grasgeleider vastzitten op de draaibeugels (Figuur 89). Verwijder een beschadigde of versleten grasgeleider. Figuur 87 1. Meet vanaf een 2. Meet het mes bij punt A horizontaal oppervlak g015594 Figuur 89 4.
Reiniging Stalling Reinigen en opslaan Onderkant van het maaidek reinigen 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op UIT. Verwijder het Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks sleuteltje. 2. Verwijder maaisel, vuil en vet van de buitenkant Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de van de gehele machine, met name van de motor.
Pagina 64
Opmerking: Benzine waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet langer dan 90 dagen bewaren. 9. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand ervan; zie Onderhoud van de bougie in Onderhoud. Nadat de bougie(s) uit de cilinder is (zijn) verwijderd, giet u twee eetlepels motorolie in de bougie-opening. Gebruik de startmotor om de motor te laten draaien en zo de olie over de cilinderwand te verspreiden.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Motor start niet, start moeilijk of blijft niet 1. Brandstoftank leeg. 1. Vul de tank met brandstof. lopen. 2. De choke is niet ingeschakeld. 2. Schakel de choke in. 3. Bevestig de kabel aan de bougie. 3.
Pagina 66
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Onregelmatige maaihoogte. 1. Maaimes(sen) bot. 1. Mes(sen) slijpen. 2. Maaimes(sen) verbogen of niet in 2. Nieuwe maaimes(sen) monteren. balans. 3. Het maaidek staat niet horizontaal. 3. Stel het maaidek horizontaal in. 4. Onjuiste schuinstand van het maaidek. 4.
Pagina 70
De informatie die Toro verzamelt De Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro-dealer.
Pagina 71
Spypros Stavrinides Limited Cyprus 357 22 434131 Surge Systems India Limited India 91 1 292299901 T-Markt Logistics Ltd. Hongarije 36 26 525 500 Toro Australia Australië 61 3 9580 7355 Toro Europe NV België 32 14 562 960 374-0269 Rev C...
Pagina 72
• Alle reparatiewerkzaamheden die onder deze garantie vallen, moeten Voor bepaalde motoren van de Toro LCE-producten geldt een garantie van de fabrikant van worden uitgevoerd door een Erkende Toro-servicedealer, en hierbij de motor. moeten door Toro goedgekeurde vervangingsonderdelen worden gebruikt.