1
3
5
G012845
Figuur 46
Opmerking: Controleer of de pakking van het
oliefilter contact maakt met de motor en draai nog 3/4
slag extra vast.
4. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motorolie verversen (bladz. 35).
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u de
bougie monteert.
Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de
bougie(s) en een voelermaat voor het meten en afstellen van
de elektrodenafstand. Monteer indien nodig nieuwe bougies.
Type voor alle motoren: NGK
type
Elektrodenafstand: 0,75 mm
2
4
6
3/4
®
BPR4ES of een equivalent
Bougie verwijderen
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Verwijder de bougie zoals wordt getoond in Figuur 47.
Bougie controleren
Belangrijk: Maak de bougie(s) niet schoon. Verwijder
een bougie altijd als deze: een zwarte laag heeft, als de
elektroden versleten zijn, als er een vettige laag op ligt
of als de bougie scheuren vertoont.
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op
een vuil luchtfilter.
Stel de afstand in op 0,75 mm.
1
36
Figuur 47
2
G008794
Figuur 48