1. Vleugel van het mes
2. Mes
De maaikwaliteit verbeteren
Als het ene maaidek korter maait dan het andere, kun u dit als
volgt corrigeren:
Opmerking: De bandenspanning is van essentieel belang
bij deze procedures; zorg ervoor dat de achterbanden de
correcte spanning hebben.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Maak de bougiekabel(s) los van de bougie(s).
4. Zorg ervoor dat de bandenspanning in de achterbanden
0,83 tot 0,97 bar bedraagt.
5. Controleer of de messen en spilassen niet zijn
verbogen; zie Controle op kromme messen (bladz. 54).
6. Zet de maaihoogtehendel in de stand van 7,6 cm; zie
Maaihoogte instellen (bladz. 25).
Horizontale maaidekhoogte controleren
1. Breng de achterbanden op de juiste spanning.
2. Controleer of de bladen niet zijn verbogen; zie
Controle op kromme messen (bladz. 54).
3. Plaats de messen naast elkaar.
4. Meet bij de punten B en C. Meet de afstand tussen een
horizontaal oppervlak en de snijrand van het maaimes
(Figuur 83).
Figuur 82
3. Veerschijf
4. Mesbout
1. Meet vanaf een
horizontaal oppervlak
5. Het verschil tussen de meting van punt B en punt C
mag niet meer dan 6 mm bedragen.
Opmerking: Als dit niet het geval is, raadpleeg dan
Horizontale maaidekhoogte aanpassen (bladz. 56).
Horizontale maaidekhoogte aanpassen
U kunt de horizontale hoogte aanpassen door de
bandenspanning van de achterbanden en de U-platen aan de
kant van het maaidek aan te passen.
1. Verander de spanning van de achterbanden.
Opmerking: Doe dit aan de kant waar aanpassing
nodig is.
2. De U-platen bevinden zich aan de kant van het maaidek
(Figuur 84).
3. Maak de U-plaat aan 1 kant los en pas deze aan naar
boven of naar beneden om ervoor te zorgen dat het
verschil tussen de meting bij punt B en C niet meer
dan 6 mm bedraagt; zie Figuur 84.
4. Ga naar Schuinstand van het maaidek controleren.
(bladz. 57).
56
Figuur 83
2. Meet bij de punten B en C.