moet de motorfiets enkele me-
5
ters rijden.
86
Fase 1:
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
Fase 2:
z
Controle van de wielsensoren
bij het wegrijden.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
ABS-zelfdiagnose afgesloten.
De waarschuwingslamp ABS
dooft.
Indien na het afsluiten van de
ABS-zelfdiagnose een ABS-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ABS-
of Integralfunctie ter beschik-
king staat.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
ASC-zelfdiagnose
met automatische stabiliteitsre-
SU
geling (ASC)
De juiste werking van het BMW
Motorrad ASC wordt door de
zelfdiagnose gecontroleerd. De
zelfdiagnose vindt automatisch
plaats na het inschakelen van het
contact. Om de ASC-zelfdiagno-
se te kunnen afsluiten moet de
motor draaien en de motorfiets
minstens 5 km/h rijden.
Fase 1:
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
Waarschuwingslamp ASC
knippert langzaam.
Fase 2:
Tijdens het rijden controle van
de systeemcomponenten waar-
aan een diagnose kan worden
uitgevoerd.
Waarschuwingslamp ASC
knippert langzaam.
ASC-zelfdiagnose afgesloten
De ASC-waarschuwingslamp
dooft.
Indien na het afsluiten van de
ASC-zelfdiagnose een ASC-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ASC-
functie ter beschikking staat.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.