4
Basisinstelling veervoor-
spanning achter
72
De stelknop tot de aanslag
in de richting LOW draaien
en vervolgens de veer met
10 klikken voorspannen (Vol-
le tank, met berijder 85 kg)
Passagiersbuddyseat aanbren-
gen (
78).
z
Demping
Instelling
De demping moet aan de veer-
voorspanning en de wegomstan-
digheden worden aangepast.
Een oneffen wegdek vereist
een soepelere demping dan
een effen wegdek.
Een verhoging van de veer-
voorspanning vereist een stug-
gere demping, een verlaging
van de veervoorspanning een
zachtere demping.
Demping achterwiel
instellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Bij het instellen van de
demping bij een hete
uitlaatdemper bestaat kans op
brandwonden.
Schroevendraaierverlengstuk ge-
bruiken, handschoenen dragen.
Demping met boordgereed-
schap via de stelbout 1 instel-
len.
Voor een stuggere demping,
stelschroef 1 in de richting van
de pijl H draaien
Voor een soepele demping,
stelschroef 1 in de richting van
pijl S draaien.
Basisinstelling achter-
wieldemping
zonder Electronic Suspensi-
on Adjustment (ESA II)
SU