Boordcomputer
4
met boordcomputer
56
Weergave selecteren
Contact inschakelen.
z
Toets 1 zo vaak bedienen, tot
de gewenste waarde wordt
weergegeven.
SU
De volgende waarden kunnen in
het bereik 2 worden weergege-
ven:
Omgevingstemperatuur (
Actieradius (
Gemiddelde snelheid (
Gemiddeld verbruik
l/100 km
(
Oliepeilaanduiding (
met bandenspanningscontrole
SU
(RDC)
Bandenspanningswaarden
bar
(
)
Omgevingstemperatuur
Als de motorfiets stilstaat kan de
warmte van de motor de meting
van de omgevingstemperatuur 1
°C
)
beïnvloeden. Als de invloed van
km
)
de warmte van de motor te groot
km/h
)
wordt, wordt tijdelijk
geven.
)
Oil
)
daalt, verschijnt deze waarschu-
wing voor mogelijke gladheid
door ijsvorming. De eerste keer
dat de temperatuur beneden de-
ze waarde daalt, wordt onge-
acht de displayinstelling auto-
--
weerge-
Als de omgevingstempe-
ratuur tot beneden 3 °C