Pulslassen
Toepassingsmo-
Pulslassen is lassen met pulserende lasstroom. Het wordt toegepast bij het posi-
gelijkheden
tielassen van stalen buizen en bij het lassen van dunne platen.
Bij deze toepassingen is de lasstroom die aan het begin van het lassen is inge-
steld, niet altijd tot nut voor de volledige lasprocedure:
-
-
Werkingsprinci-
-
pe
-
-
De stroombron regelt de parameters Duty cycle dcY en grondstroom I-G over-
eenkomstig de ingestelde pulsstroom (lasstroom) en de ingestelde pulsfrequen-
tie.
Verloop van de lasstroom
Instelbare parameters:
I-S
I-E
F-P
I-P
Niet-instelbare parameters:
t
up
t
down
84
bij een te lage stroomsterkte wordt het materiaal niet genoeg versmolten,
bij oververhitting bestaat het gevaar dat het vloeibare smeltbad druppelt.
Een lagere grondstroom I-G stijgt na een grote stijging tot de duidelijk hoge-
re pulsstroom I-P en daalt na de tijd Duty cycle dcY weer naar de grond-
stroom I-G.
Hieruit ontstaat een stroom van gemiddelde waarde die lager is dan de inge-
stelde pulsstroom I-P.
Bij het pulslassen worden kleine delen van de lasplek snel versmolten. Deze
plekken stollen ook snel weer.
I
I-P
I-S
I-G
Startstroom
Eindstroom
Pulsfrequentie (1/F-P = tijdsperiode tussen twee impulsen)
Pulsstroom (de ingestelde lasstroom)
UpSlope
Downslope
1/F-P
dcY
t
up
I-E
t
t
down