Apparaten van emissieklasse B:
-
EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens.
EMV-maatrege-
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaar-
len
den, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld
als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatie-
locatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers).
In dit geval is de gebruiker verplicht adequate maatregelen te treffen om de sto-
ring op te heffen.
Controleer en beoordeel of de immuniteit van installaties in de omgeving van het
apparaat in overeenstemming is met de nationale en internationale voorschriften.
Voorbeelden van storingsgevoelige installaties die door het apparaat beïnvloed
kunnen worden:
-
-
-
-
Ondersteunende maatregelen ter voorkoming van EMV-problemen:
1.
2.
3.
4.
5.
EMF-maatrege-
Elektromagnetische velden kunnen nog onbekende schade aan de gezondheid
len
veroorzaken:
-
-
-
-
voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt
ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het
openbare laagspanningsnet.
Veiligheidsvoorzieningen
Netkabels, signaalkabels en kabels voor gegevensoverdracht
Data- en telecommunicatie-installaties
Meet- en kalibratie-installaties
Netvoeding
-
Treden er, ondanks reglementaire aansluiting op het elektriciteitsnet,
elektromagnetische storingen op, tref dan extra maatregelen (gebruik
bijvoorbeeld een geschikt netfilter).
Laskabels
-
Houd ze zo kort mogelijk.
-
Laat ze dicht bij elkaar lopen (ook ter voorkoming van EMF-problemen).
-
Leg ze ver verwijderd van andere leidingen.
Potentiaalvereffening
Aarding van het werkstuk
-
Breng, indien noodzakelijk, via geschikte condensatoren een aardeverbin-
ding tot stand.
Afscherming, indien noodzakelijk
-
Scherm andere installaties in de omgeving af.
-
Scherm de complete lasinstallatie af.
Gevolgen voor de gezondheid van personen die zich in de nabijheid bevinden,
bijvoorbeeld dragers van pacemakers en hoortoestellen.
Dragers van pacemakers moeten zich door hun arts laten adviseren voordat
zij zich in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat en het lasproces bege-
ven.
De afstand tussen de laskabels en het hoofd/lichaam van de lasser moet om
veiligheidsredenen zo groot mogelijk worden gehouden.
Laskabels en slangenpakketten niet over de schouder dragen en niet om het
lichaam of lichaamsdelen wikkelen.
13