Om goed te kunnen werken, hebben apparaten van beschermingsklasse I een
stroomnetwerk met randaarde evenals een stekkersysteem met randaardecon-
tact nodig.
Het apparaat op een stroomnetwerk zonder randaarde of een stopcontact zon-
der randaardecontact aansluiten is alleen toegestaan als alle nationale bepalin-
gen voor veilige scheiding worden nageleefd.
Anders geldt dit als grof nalatig. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit
voortvloeiende schade.
Indien noodzakelijk met hiertoe geschikte middelen voor voldoende aarding van
het werkstuk zorgen.
Niet-gebruikte apparaten uitschakelen.
Bij werkzaamheden op hoogte een valbeschermingsuitrusting dragen.
Voor u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u het apparaat uitscha-
kelen en de netstekker uit de wandcontactdoos halen.
Een duidelijk leesbaar en begrijpelijk waarschuwingsbord plaatsen om te voorko-
men dat de netstekker opnieuw in de wandcontactdoos wordt gestoken en het
apparaat weer wordt ingeschakeld.
Na het openen van het apparaat:
-
-
Indien u werkzaamheden moet uitvoeren aan spanningvoerende delen, dient u
samen te werken met een tweede persoon die de hoofdschakelaar bijtijds kan uit-
schakelen.
Zwerfstromen
Als onderstaande aanwijzingen niet worden opgevolgd, ontstaan er mogelijk
zwerfstromen. Deze kunnen het volgende veroorzaken:
-
-
-
-
Voor een stevige verbinding tussen de werkstukklem en het werkstuk zorgen.
De werkstukklem zo dicht mogelijk bij de plaats waar u gaat lassen, bevestigen.
Het apparaat zodanig plaatsen dat het voldoende is geïsoleerd voor een elek-
trisch geleidende omgeving, zoals voor een geleidende bodem of geleidende on-
derstellen.
Bij het gebruik van stroomverdelers, units met een dubbele kop enz. rekening
houden met het volgende: Ook de elektrode van de niet-gebruikte lastoorts/elek-
trodenhouder is spanningvoerend. Voor een voldoende geïsoleerde opslagpositie
voor de niet-gebruikte lastoorts/elektrodenhouder zorgen.
Bij geautomatiseerde MIG/MAG-toepassingen moet de elektrode goed geïso-
leerd van de lasdraadhouder, grote spoel of draadspoel naar de draadtoevoer
worden geleid.
EMV-apparaat-
Apparaten van emissieklasse A:
classificaties
-
-
12
alle onderdelen die elektrisch geladen zijn, ontladen
controleren of alle componenten van het apparaat stroomloos zijn.
brand
oververhitting van onderdelen die in contact staan met het werkstuk
beschadiging van randaardeleidingen
beschadiging van het apparaat en andere elektrische installaties
zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden;
kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door stra-
ling veroorzaken.