Systeemintegratie
Voordat de frequentieomvormer wordt geïnstalleerd, dient
de omgevingslucht te worden gecontroleerd op de
aanwezigheid van vloeistoffen, deeltjes en gassen. Dit
wordt gedaan door bestaande installaties in de betreffende
omgeving te observeren. Typische aanwijzingen voor
schadelijke, in de lucht aanwezige vloeistoffen zijn
bijvoorbeeld water of olie op metalen delen of corrosie
van metalen delen.
Grote hoeveelheden stof worden vaak aangetroffen op
installatiekasten en aanwezige elektrische installaties. Een
aanwijzing voor agressieve, in de lucht aanwezige gassen
is de zwarte verkleuring van koperen rails en kabeluit-
einden van bestaande installaties.
De behuizingen D en E kunnen optioneel worden uitgerust
met een backchannel in roestvrij staal om extra
bescherming te bieden in agressieve omgevingen. Voor de
interne componenten van de frequentieomvormer blijft
een goede ventilatie noodzakelijk. Neem contact op met
Danfoss voor aanvullende informatie.
3.5.3 Trillingen en schokken
De frequentieomvormer is getest volgens de procedure
gebaseerd op de vermelde normen:
De frequentieomvormer voldoet aan de vereisten die
gelden wanneer de eenheid aan de wand of op de vloer
van een productiehal is gemonteerd of op panelen die met
bouten aan de wand of de vloer zijn bevestigd.
•
EN-IEC 60068-2-6: Trilling (sinusvormig) – 1970
•
EN-IEC 60068-2-64: trilling, breedband willekeurig
3.5.4 Akoestische ruis
De akoestische ruis uit de frequentieomvormer is
afkomstig uit drie bronnen:
1.
DC-tussenkringspoelen
2.
Ingebouwde ventilator
3.
RFI-filter (smoorspoel)
Zie 6 Specificaties voor gegevens over akoestische ruis.
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Design Guide
®
MG04H110 – VLT
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3
3
51