Systeemintegratie
Afbeelding 3.6 Aansluiting motor en netvoeding met werkscha-
kelaar
De werkschakelaar is optioneel bij zowel kleine als grote
eenheden. In de afbeelding is de schakelaar gemonteerd
aan de motorzijde. De schakelaar kan echter ook aan de
netzijde worden geplaatst of worden weggelaten.
De stroomonderbreker is optioneel bij grote eenheden.
Grote eenheden kunnen worden uitgerust met een
werkschakelaar of een stroomonderbreker, maar niet beide.
Afbeelding 3.6 toont een configuratie die in de praktijk niet
mogelijk is en dient enkel om de positie van de diverse
componenten aan te geven.
De netvoedingskabels zijn meestal niet-afgeschermde
kabels.
3.2.1.3 Relaisaansluiting
Zie parametergroep 5-4* Relais voor informatie over het
instellen van de relaisuitgang.
Nr.
01-02
maak (normaal geopend)
01-03
verbreek (normaal gesloten)
04-05
maak (normaal geopend)
04-06
verbreek (normaal gesloten)
Tabel 3.3 Relaisinstellingen
Zie FCD 302 Bedieningshandleiding, MG04F, voor de locatie
van de relaisklemmen.
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Design Guide
®
MG04H110 – VLT
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3.2.2 Zekeringen en stroomonderbrekers
3.2.2.1 Zekeringen
Het gebruik van zekeringen en/of stroomonderbrekers aan
de voedingszijde wordt aanbevolen. Dit biedt bescherming
wanneer er een component in de frequentieomvormer
defect raakt (eerste storing).
NB
Dit is verplicht wanneer moet worden voldaan aan IEC
60364 in geval van CE of aan NEC 2009 in geval van UL.
WAARSCHUWING
Personeel en eigendommen moeten worden beschermd
tegen de gevolgen van defecten aan componenten in de
frequentieomvormer.
Aftakcircuitbeveiliging
Om de installatie tegen elektrische gevaren en brand te
beveiligen, moeten alle aftakcircuits in een installatie en in
schakelaars, machines en dergelijke zijn voorzien van een
beveiliging tegen kortsluiting en overstroom overeen-
komstig de nationale/internationale voorschriften.
NB
Deze aanbevelingen gelden niet voor de aftakcircuitbevei-
liging voor UL.
Beveiliging tegen kortsluiting
Danfoss adviseert het gebruik van onderstaande
zekeringen/stroomonderbrekers om onderhoudspersoneel
en eigendommen te beschermen in geval van defecte
componenten in de frequentieomvormer.
3.2.2.2 Aanbevelingen
WAARSCHUWING
Bij een storing kan het niet volgen van aanbevelingen
leiden tot persoonlijke risico's en schade aan de frequen-
tieomvormer en andere apparatuur.
De volgende secties vermelden de aanbevolen nominale
stroom. Danfoss adviseert het gebruik van zekeringen van
het type gG en stroomonderbrekers van het type Danfoss
CB (Danfoss – CTI-25). Andere typen stroomonderbrekers
kunnen worden gebruikt als ze de energie naar de
frequentieomvormer beperken tot een niveau dat gelijk is
aan of kleiner is dan het niveau voor de Danfoss CB-typen.
Volg de aanbevelingen voor zekeringen en stroomonder-
brekers op om ervoor te zorgen dat eventuele schade aan
de frequentieomvormer enkel intern is.
Zie de toepassingsnotitie Zekeringen en stroomonderbrekers,
MN90T, voor meer informatie.
3
3
33