Productoverzicht
2.3.4 Dode band rond nul
In sommige gevallen moet de referentie (en in zeldzame
2
2
gevallen ook de terugkoppeling) een dode band rond nul
hebben (om ervoor te zorgen dat de machine wordt
gestopt wanneer de referentie 'bijna nul' is).
Om de dode band te activeren en de omvang van de
dode band in te stellen, moeten de volgende instellingen
worden gemaakt:
•
De minimumreferentiewaarde (zie Tabel 2.6 voor
de juiste parameter) of de maximumreferentie-
waarde moet nul zijn. Met andere woorden: P1 of
P2 moet zich op de X-as bevinden in
onderstaande grafiek.
•
Bovendien moeten beide punten die de
schalingsgrafiek bepalen zich in hetzelfde
kwadrant bevinden.
De omvang van de dode band wordt bepaald door P1 of
P2 zoals weergegeven in Afbeelding 2.15.
Afbeelding 2.15 Dode band
22
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Design Guide
Een referentie-eindpunt van P1 = (0 V, 0 tpm) zal niet
leiden tot een dode band, maar een referentie-eindpunt
van bijv. P1 = (1 V, 0 tpm) zal in dit geval leiden tot een
dode band van -1 V tot +1 V, op voorwaarde dat eindpunt
P2 zich in kwadrant 1 of 4 bevindt.
®
MG04H110 – VLT
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Afbeelding 2.16 Omgekeerde dode band