Systeemintegratie
twee keer de nominale snelheid en bij 0,2 keer de
nominale snelheid.
Bij lagere snelheden schakelt de ETR uit bij een lagere
warmte vanwege de verminderde koeling van de motor.
Op die manier wordt de motor zelfs bij lage snelheden
beschermd tegen oververhitting. De ETR-functie berekent
de motortemperatuur op basis van de actuele stroom en
snelheid. De berekende temperatuur kan worden
uitgelezen via 16-18 Motor therm. in de frequentieom-
vormer.
3.4 Omvormer-/optieselecties
3.4.1 Stuurkabels en klemmen
3.4.1.1 Stuurkabelroute
De externe 24 V DC-voeding kan worden gebruikt als
laagspanningsvoeding voor de stuurkaart en eventuele
geïnstalleerde optiekaarten. Hierdoor kan het LCP (incl.
parameterinstellingen) volledig functioneren zonder
aansluiting op het net.
NB
Wanneer 24 V DC is aangesloten wordt er een
waarschuwing voor lage spanning gegenereerd; maar vindt
er geen uitschakeling (trip) plaats.
WAARSCHUWING
Gebruik een 24 V DC-voeding van het type PELV om te
zorgen voor een juiste galvanische scheiding (type PELV)
op de stuurklemmen van de frequentieomvormer.
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Design Guide
®
MG04H110 – VLT
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3.4.1.2 DIP-switches
•
De analoge ingangsklemmen 53 en 54 kunnen
worden ingesteld als ingangssignalen voor
spanning (0-10 V) of stroom (0-20 mA).
•
Stel de schakelaars S201 (klem 53) en S202 (klem
54) in voor het gewenste signaaltype. AAN is voor
stroom, UIT is voor spanning.
•
Klem 53 is standaard ingesteld voor een
snelheidsreferentie in een regeling zonder
terugkoppeling.
•
Klem 54 is standaard ingesteld voor een
terugkoppelingssignaal in een regeling met
terugkoppeling.
3
Afbeelding 3.12 Positie van DIP-switches
1
S201 – klem 53
2
S202 – klem 54
3
S801 – standaardbusafsluiting
4
Profibus-afsluiting
5
Veldbusadres
Tabel 3.9 Legenda
NB
Schakelaar 4 en 5 gelden alleen voor eenheden met
veldbusopties.
1
2
4
5
39
3
3