Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ce-Conformiteit; Ul-Conformiteit; Uitgang: Dynamica Motorzijde; Motoraansluiting - Danfoss VLT Decentral Drive FCD 302 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT Decentral Drive FCD 302:
Inhoudsopgave

Advertenties

Systeemintegratie

3.2.2.3 CE-conformiteit

Zekeringen en stroomonderbrekers moeten voldoen aan
IEC 60364.
Danfoss adviseert het gebruik van zekeringen met een
max. zekeringgrootte van gG-25. Deze zekeringgrootte is
3
3
geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000
A
(symmetrisch) en 480 V kan leveren. Met de juiste
rms
zekeringen bedraagt de nominale kortsluitstroom (SCCR –
Short Circuit Current Rating) van de frequentieomvormer
100.000 A
.
rms

3.2.2.4 UL-conformiteit

Zekeringen en stroomonderbrekers moeten allemaal
voldoen aan NEC 2009. Gebruik de vermelde voorzeke-
ringen in Tabel 6.3 wanneer moet worden voldaan aan UL/
cUL-vereisten, en houd u aan de gestelde voorwaarden in
6.2 Elektrische gegevens en kabelgroottes.

3.3 Uitgang: dynamica motorzijde

3.3.1 Motoraansluiting

NB
Gebruik afgeschermde/gewapende kabels om te voldoen
aan de EMC-emissienormen.
Zie 6.3 Algemene specificaties voor de juiste
dwarsdoorsnede en lengte van de motorkabel.
Kabelafscherming
Vermijd montage met een afscherming met gedraaide
uiteinden (pigtails). Dit kan het afschermende effect bij
Klemnr.
Tabel 3.4 Motoraansluitklemmen
1)
Aardverbinding (veiligheidsaarde)
34
VLT
96
97
98
99
U
V
W
PE
U1
V1
W1
PE
W2
U2
V2
U1
V1
W1
PE
MG04H110 – VLT
®
Decentral Drive FCD 302 Design Guide
hoge frequenties verstoren. Als het noodzakelijk is de
afscherming te onderbreken om een motorisolator of
motorrelais te installeren, moet de afscherming worden
voortgezet met de laagst mogelijke HF-impedantie.
Sluit de afscherming van de motorkabel aan op de ontkop-
pelingsplaat van de frequentieomvormer en de metalen
behuizing van de motor.
Gebruik voor aansluitingen op de afscherming een zo
groot mogelijk oppervlak (kabelklem). Dit kan worden
gedaan met behulp van de bijgeleverde installatie-
middelen in de frequentieomvormer.
Als het noodzakelijk is om de afscherming te splitsen om
een motorisolator of motorrelais te installeren, moet de
afscherming worden voortgezet met de laagst mogelijke
HF-impedantie.
Kabellengte en dwarsdoorsnede
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde
kabellengte en een bepaalde kabeldoorsnede. Als de
doorsnede toeneemt, kan ook de kabelcapaciteit – en
daarmee de lekstroom – toenemen en moet de
kabellengte dienovereenkomstig verminderd worden.
Houd de motorkabel zo kort mogelijk om interferentie en
lekstromen te beperken.
Alle typen driefasige asynchrone standaardmotoren
kunnen op de frequentieomvormer worden aangesloten.
Kleine motoren worden gewoonlijk in ster geschakeld
(230/400 V, Y). Grote motoren zijn gewoonlijk in driehoek-
schakeling geschakeld (400/690 V, Δ). Kijk op het
motortypeplaatje voor de juiste aansluitmodus en
spanning.
Zie de FCD 302 Bedieningshandleiding, MG04F, voor
informatie over de installatie van net- en motorkabels.
1)
Motorspanning 0-100% van netspanning.
3 draden uit motor
Driehoekschakeling
1)
6 draden uit motor
1)
Sterschakeling U2, V2, W2
U2, V2 en W2 moeten afzonderlijk onderling worden verbonden.
®
is gedeponeerd handelsmerk van Danfoss

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave