Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedieningsterminologie - Miller S-74 MPa Plus Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor S-74 MPa Plus:
Inhoudsopgave

Advertenties

5-11. Bedieningsterminologie

Hier volgt een lijst termen en definities met betrekking tot de draadtoevoerunit:
Algemene termen:
Doorvoeren van koude draad
(jogging)
Sequence
Lasprogramma
MIG
Pulserend MIG
Synergisch
Niet−synergisch
STD
Houdfunctie van de
toortsschakelaar
Spot
Booglengte
Dual Schedule (2 programma's)
Voorgas
Nagas
Start
Profile Pulse
Draad doorvoeren zonder dat de contactor of de gasklep wordt ingeschakeld.
Een Sequence van het lasprogramma, zoals gasvoorstroom, aanloop ('run−in'), starten, lassen,
kratervullen, 'burnback' en gasnastroom.
Meerdere sequences die samen een lascyclus vormen.
Een CV−lasproces (dus met constant voltage = constante spanning) met individuele instellingen van
spanning en aanvoersnelheid.
Een CC−lasproces (dus met constant current = constante stroom), met in de fabriek ingestelde data
voor piek− en dalstroom, pulsbreedte en aantal pulsen per seconde. Bij adaptieve pulsregeling
worden een of meer van de voorinstellingen dynamisch aangepast om de booglengte te regelen of die
constant te houden.
Dit houdt in dat het systeem de instellingen van de stroombron automatisch aanpast bij die van de
aanvoerunit, zodat alles met een enkele knop te regelen is. Bij synergisch Pulsed MIG worden de
pulsparameters automatisch verhoogd of verlaagd zodat de stroombron een passend vermogen
levert gezien de draadaanvoersnelheid.
In dit geval worden de aanvoersnelheid en het vermogen van de stroombron onafhankelijk van elkaar
geregeld. Als in de niet−synergische modus de aanvoersnelheid wordt verhoogd of verlaagd,
dan moeten de booglengte of de spanning dienovereenkomstig worden aangepast.
Normale werking van de toortsschakelaar. Het lassen begint bij het indrukken van de schakelaar en
stopt bij het loslaten.
Speciale werking van de toortsschakelaar, waardoor lassen mogelijk zonder steeds de schakelaar te
moeten vasthouden. Met de houdfunctie van de toortsschakelaar begint het lassen door kort de
schakelaar te bedienen en daarna los te laten. Het lassen gaat door, totdat het gestopt wordt door
weer even de schakelaar in te drukken.
Speciale werking van de toortsschakelaar waarbij het lassen automatisch stopt na een bepaalde,
vooraf ingestelde tijd. Het lassen stopt ofwel als die tijdsduur voorbij is, ofwel als de schakelaar wordt
losgelaten, wat het eerste gebeurt. Bij het loslaten van de toortsschakelaar wordt de 'spot'−tijd
teruggesteld.
Dit is de fysieke afstand tussen de draadelektrode en het gesmolten lasbad. De term wordt ook
gebruikt bij de lengteafstelling voor pulserend MIG−lassen.
Hiermee kan een paar van lasparameters samen gebruikt worden.
De tijd dat het beschermgas al stroomt nadat de toortsschakelaar is ingedrukt en voordat een lasboog
mag worden gevormd.
De tijd dat het beschermgas blijft doorstromen terwijl de lasboog er niet meer is.
Bevat de spanning/booglengte, draadaanvoersnelheid en tijdinstellingen voor een aangepaste
boogstart.
Profile Pulse optimaliseert het uiterlijk van de aluminium lasnaad, door een lasrups met een
consistent patroon te maken, soortgelijk als bij GTAW.
OM−243 346 pagina 21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave