4-1. Keuze van de locatie
OM−243 346 pagina 10
HOOFDSTUK 4 − INSTALLATIE
2
5
4
6
!
Plaats de draadaanvoerunit
niet waar de lasdraad de
cilinder kan raken.
!
Verplaats het apparaat niet
naar en gebruik het niet op
plaatsen waar het kan
omvallen.
3
1
Draadaanvoerunit
2
Draadspoel/houders
3
Gasfles met slang en
reduceerventiel
(door de klant geleverd)
.
1
De druk van het beschermgas
mag niet hoger zijn dan
689 kPa.
4
Lasstroombron
5
Wielonderstel
6
Waterkoelsysteem
Ref. 803 048 / 246 044−A