5-4. Linker display
1
2
1
Led programma A
2
Led programma B
3
Linker display
4
Booglengte−led
5
Volt−led
5-5. Rechter display
1
Rechter display
De rechter display toont de aanvoersnelheid
of de stroomsterkte. Als niet gelast wordt toont
de
display
alleen
de
vooringestelde
aanvoersnelheid. Tijdens het lassen wordt de
actuele aanvoersnelheid getoond voor de
actieve lassequence.
2
Draadaanvoersnelheid−led
3
Stroomsterkte−led
De leds onder de display geven aan welke
waarde in de display staat.
OM−243 346 pagina 18
5
.
Voor het instellen van het juiste
spanningsbereik voor een bepaalde
stroombron, zie hoofdstuk 5-10 −
Keuzemenu stroombron
Linker display
Het linker display toont de spanning of de
1
3
• Indien tijdens een bepaalde lassituatie geen
draadtoevoer
plaatsvindt,
apparaat de
sequence aan. Tijdens het lassen kunt u
altijd de draadsnelheid van de sequence
aanpassen; hierdoor vervalt de preset-
waarde van de draadsnelheid. Met andere
woorden: als u tijdens het lassen de
instelknop gebruikt, toont het apparaat de
booglengte. Het apparaat geeft zowel de
ingestelde als de daadwerkelijke spanning
van de boog aan. Tijdens het lassen wordt de
daadwerkelijke lasspanning weergegeven.
.
geeft
het
draadsnelheid
van
de
• Wanneer het apparaat de stroomsterkte
3
4
Zie hoofdstuk 7-2 voor de booglengte en
de spanningsweergave.
2
draadsnelheid van de sequence en kan
deze worden aangepast onafhankelijk van
de actieve sequence.
toont, licht de amp−led op. De stroomsterkte
wordt alleen weergegeven tijdens het
lassen en de stroomsterkte hoger is dan de
minimumwaarde van 25 ampère.