PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING
Verwijder
de
koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.
6
1. Radiatorvuldop
5. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.
6. Verplaats de slangklem in de getoon-
de richting, en ontkoppel dan de radia-
torslang om de radiator te legen.
DWA10380
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Slangklem
3. Radiatorslang
7. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.
8. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koelvloei-
stofreservoir ondersteboven om het
leeg te maken.
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
9. Spoel het koelsysteem grondig door
10. Monteer
11. Sluit de radiatorslang aan, en zet de
12. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
OPMERKING:
Controleer of de onderlegring beschadigd is
en vervang indien nodig.
6-17
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
het
koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
slangklem daarna weer terug in de
oorspronkelijke positie.
aan en zet deze dan vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.