FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
OPMERKING:
In deze modus geeft het rechterdisplay de
huidige instelling voor elke functie weer (be-
halve de functie activiteit van het controle-
lampje schakelmoment).
Instellen van de helderheid van het multi-
functionele display en de toerenteller
3
1. Draai de sleutel naar "OFF".
2. Druk de toets "SELECT" in en houd
deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar "ON", wacht vijf
seconden en laat dan de toets "SE-
LECT" los.
4. Druk op de toets "RESET" om de ge-
wenste displayhelderheid te kiezen.
5. Druk op de toets "SELECT" om het ge-
selecteerde helderheidsniveau te be-
vestigen. De instelfunctie gaat over
naar de functie activiteit van het con-
trolelampje schakelmoment.
Instellen van de functie activiteit van het
controlelampje schakelmoment
1. Druk op de toets "RESET" om een van
de volgende instellingen voor de activi-
teit van het controlelampje te kiezen:
G
Het controlelampje gaat bij acti-
vering continu branden. (Deze in-
stelling is geselecteerd wanneer
het controlelampje aan blijft.)
G
Het controlelampje gaat bij acti-
vering knipperen. (Deze instelling
is geselecteerd wanneer het con-
trolelampje vier keer per seconde
knippert.)
G
Het controlelampje is gedeacti-
veerd, het zal dus niet continu
branden of knipperen. (Deze in-
stelling is actief wanneer het con-
trolelampje één keer per twee
seconden knippert.)
2. Druk op de toets "SELECT" om de ge-
selecteerde activiteit van het controle-
lampje te bevestigen. De instelfunctie
gaat over naar de functie activering
van het controlelampje schakelmo-
ment.
Instellen van de functie activering van het
controlelampje schakelmoment
OPMERKING:
De functie activering van het controlelampje
schakelmoment kan worden ingesteld tus-
sen 10000 tpm en 18000 tpm. Van 10000
tpm tot 13000 tpm kan het controlelampje
worden ingesteld in stappen van 500 tpm.
3-12
Van 13000 tpm tot 18000 tpm kan het con-
trolelampje worden ingesteld in stappen
van 200 tpm.
1. Druk op de toets "RESET" om het mo-
tortoerental in te stellen waarbij u het
controlelampje wilt laten activeren.
2. Druk op de toets "SELECT" om het ge-
selecteerde motortoerental te bevesti-
gen. De instelfunctie gaat over naar de
functie deactiveren van het controle-
lampje schakelmoment.
Instellen van de functie deactiveren van het
controlelampje schakelmoment
OPMERKING:
G
De functie deactiveren van het contro-
lelampje schakelmoment kan worden
ingesteld tussen 10000 tpm en 18000
tpm. Van 10000 tpm tot 13000 tpm kan
het controlelampje worden ingesteld in
stappen van 500 tpm. Van 13000 tpm
tot 18000 tpm kan het controlelampje
worden ingesteld in stappen van 200
tpm.
G
Denk eraan dat de deactiveerfunctie
op een hoger toerental moet worden
ingesteld dan de activeerfunctie, an-
ders zal het controlelampje schakel-
moment gedeactiveerd blijven.