ABS
Dit systeem, dat deel uitmaakt van het remsysteem,
voorkomt het blokkeren of slippen van een of
meerdere wielen op alle soorten wegdek en
ongeacht de kracht van de remwerking, zodat de
auto ook tijdens paniekremmen onder controle
gehouden kan worden en de remweg wordt
geoptimaliseerd.
Het systeem grijpt in tijdens het remmen wanneer de
wielen dreigen te blokkeren tijdens paniekremmen
of onder slechte adhesiecondities, waarbij blokkering
vaker kan voorkomen.
Het systeem verhoogt tevens de controleerbaarheid
en stabiliteit van de auto wanneer op oppervlakken
met verschillende grip voor de wielen aan rechter- en
linkerzijde of in bochten wordt geremd.
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
De bestuurder kan merken wanneer het ABS in
werking treedt omdat het rempedaal iets pulseert en
het systeem meer geluid maakt: dit is volkomen
normaal wanneer het systeem in werking treedt.
BELANGRIJK
Wanneer het ABS wordt ingeschakeld, is
een trilling aan het rempedaal voelbaar.
Verlaag de remdruk niet en houd het rempedaal
goed ingetrapt; zo zorgt het systeem voor de
kortste remweg op basis van de wegcondities.
BELANGRIJK
Voor een maximale werking van het
remsysteem is een inrijperiode van
ongeveer 500 km nodig: tijdens deze periode
moet bruusk, herhaaldelijk of langdurig remmen
vermeden worden.
BELANGRIJK
Als het ABS-systeem ingrijpt, dan is de
grip van de banden op het wegdek
beperkt. Minder dus snelheid om deze aan de
beschikbare grip aan te passen.
BELANGRIJK
Het ABS kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van
de natuurkundige wetten laten toenemen.
BELANGRIJK
Het ABS kan geen ongelukken
voorkomen, waaronder ongelukken
wegens overmatige snelheid in bochten, rijden
op wegdek met weinig grip of aquaplaning.
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
63