WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN
WEGWIJS IN UW
Deze worden ingeschakeld als u op knop B
AUTO
fig. 33drukt, onafhankelijk van de stand van de
contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, gaan op het
VEILIGHEID
instrumentenpaneel de controlelampjes
branden.
Druk nogmaals op knop B om de
waarschuwingslichten uit te schakelen.
STARTEN EN RIJDEN
BELANGRIJK Het gebruik van de
waarschuwingsknipperlichten is afhankelijk van de
wegenverkeerswet van het land waarin u zich
LAMPJES EN
bevindt: houd u aan de voorschriften.
BERICHTEN
Noodstop
Bij een noodstop worden de waarschuwingslichten
NOODGEVALLEN
automatisch ingeschakeld en gaan tegelijkertijd
de lampjes
branden.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
ONDERHOUD EN
de remwerking niet meer het karakter van een
ZORG
noodstop heeft.
Deze functie voldoet aan de nieuwe wettelijke
voorschriften.
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
44
en
op het instrumentenpaneel
MISTLAMPEN VOOR /
MISTACHTERLICHTEN
(indien aanwezig)
De mistlampen voor kunnen alleen ingeschakeld
worden als het dimlicht is ingeschakeld.
Voor het inschakelen van de mistlampen/het
en
mistachterlicht moet knop C fig. 33 op de volgende
manier worden gebruikt:
Eerste keer
indrukken:
Tweede keer
indrukken:
Derde keer
indrukken:
Bij ingeschakelde mistlampen voor gaat op het
instrumentenpaneel het controlelampje
Bij ingeschakelde mistachterlichten gaat op het
instrumentenpaneel het controlelampje
MISTACHTERLICHTEN
(indien aanwezig)
De mistachterlichten werken alleen, als het dimlicht
is ingeschakeld, als u op knop D fig. 36drukt.
Bij ingeschakelde mistachterlichten gaat op het
instrumentenpaneel het controlelampje
Druk nogmaals op de knop om de mistachterlichten
uit te schakelen.
inschakeling mistlampen voor
mistachterlicht inschakelen
mistlampen voor/mistachterlichten
worden uitgeschakeld
branden.
branden.
branden.